Wraking rechters in witwaszaak

De rechtbank Oost-Brabant behandelt momenteel een witwaszaak waarbij het Openbaar Ministerie stelt dat er met betrekking tot een geldbedrag van 60.000 euro cash een witwasvermoeden is. De verdachte heeft een alternatieve verklaring gegeven voor de herkomst van het geld; hij zou een deel hebben geleend en een deel van zijn ouders hebben gekregen.

De rechtbank heeft -na requisitoir, pleidooi en sluiting van het onderzoek- in een tussenvonnis het onderzoek heropend en het OM opdracht gegeven nader onderzoek te doen naar de verklaring van verdachte over de herkomst van het geld. Zonder dat onderzoek acht de rechtbank zich niet in staat om een beslissing op de tenlastelegging te nemen.

De verdediging stelde vervolgens dat de rechtbank het OM hiermee een herkansing heeft gegeven om alsnog bewijs te leveren en diende een wrakingsverzoek in; deze beslissing zou op zijn minst de schijn van partijdigheid hebben gewekt. De wrakingskamer heeft afgelopen week geoordeeld dat dit niet zo is. Het gaat om een processuele beslissing die niet, gelet op de motivering of de wijze van totstandkoming, zo onjuist of onbegrijpelijk is dat deze uitsluitend door vooringenomenheid kan worden verklaard. De zaak gaat verder als het OM het opgedragen nader onderzoek heeft afgerond.