Ga direct naar de inhoud Ga direct naar de footer

Witwasvermoeden deels ontzenuwd

Gerechtshof Amsterdam 11 juni 2024, ECLI:NL:GHAMS:2024:1614

Tijdens een doorzoeking in de woning  van de verdachte wordt een contant geldbedrag aangetroffen van in totaal € 36.000,- verstopt in de printer en onder de wasmachine.

Witwasvermoeden

Een vermoeden van witwassen is volgens het gerechtshof gerechtvaardigd op basis van de volgende feiten en omstandigheden:

  • Het totale bedrag bestond o.a. uit coupures van € 500 en € 200, hetgeen ongebruikelijk is in het normale betalingsverkeer.
  • In de bergruimte van de woning is een geldtelmachine aangetroffen en in de radiator lag een stapeltje ongebruikte ponypacks (papier/envelop om drugs in te bewaren).

Op basis van het witwasvermoeden is het aan de verdachte om een concrete, min of meer verifieerbare en niet op voorhand hoogst onwaarschijnlijke verklaring te geven voor de herkomst van het geldbedrag.

Verklaring(en) verdachte

Verdachte heeft verklaard dat € 8.000 is geleend van zijn broer, € 3.000 is afkomstig van de verkoop van een auto en het overige geldbedrag betreft pokerwinsten, contante verdiensten van taxiwerkzaamheden en huishoudgeld van zijn toenmalige vriendin.

Oordeel gerechtshof Amsterdam

Verkoop auto

De verklaring over het verkopen van de auto acht het hof concreet, min of meer verifieerbaar en op voorhand niet hoogst onwaarschijnlijk. Verdachte heeft hierover consistent verklaard en een bewijsstuk overgelegd. Het lag op de weg van het Openbaar Ministerie om hier nader onderzoek naar te doen. Nu het OM dit niet heeft gedaan, kan niet met voldoende mate van zekerheid worden uitgesloten dat dit deel van het geldbedrag een legale herkomst heeft. Verdachte wordt vrijgesproken van het witwassen van de € 3.000,-.

Huishoudgeld

Ten aanzien van de overige verklaringen komt het hof tot de conclusie dat het witwasvermoeden níét is ontzenuwd. Zo maakt de schriftelijke verklaring over het huishoudgeld niet duidelijk hoe vaak dit bedrag werd betaald en of dit contant werd betaald.

Pokerwinst

De verklaring over de winsten uit pokerwedstrijden acht het hof onvoldoende concreet en niet min of meer verifieerbaar, omdat verdachte heeft verklaard geen uitbetalingsbewijzen, reserveringsbewijzen of onderbouwingen te hebben van de winst. De winstuitkeringen over de jaren 2023 en 2024 maken dit niet anders, want die uitkeringen zien op een periode na het aantreffen van het contante geld in de woning van de verdachte.

Taxiwerkzaamheden

De verklaring over de contante verdiensten uit taxiwerkzaamheden voldoet ook niet aan de eisen, omdat een onderbouwing ontbreekt. Dat de verdachte, zoals hij ter terechtzitting heeft verklaard, op die wijze briefjes van € 500,- heeft ontvangen, acht het hof hoogst onaannemelijk, nu deze zeer ongebruikelijk zijn in het dagelijkse betalingsverkeer en taxiritten in Nederland vrijwel nooit op dat soort bedragen uitkomen.

Geldlening

De geldlening tot slot zou zijn bedoeld voor een investering in het taxibedrijf van verdachte en is onderbouwd met een schriftelijke kredietverstrekking op naam van de broer van verdachte en een kopie van een pinopname van € 8.000,-. De broer heeft de lening als getuige bevestigd. Het hof acht het hoogst onwaarschijnlijk dat verdachte geld van zijn broer zou hebben geleend. Verdachte had zelf de beschikking over voldoende contant geld, de verklaringen van de broer en verdachte komen op essentiële punten niet overeen en het is onwaarschijnlijk dat de broer aanzienlijke rente zou betalen over een lening en dat dit geld vervolgens bijna een jaar later ongebruikt onder de wasmachine ligt.

Het hof oordeelt daarom dat het niet anders kan zijn dan dat de overige geldbedragen uit misdrijf afkomstig zijn en dat de verdachte dit wist. Verdachte wordt veroordeeld wegens het witwassen van € 1.800,- en € 31.200,-.

Sub a of sub b?

Tot slot oordeelt het hof dat alleen het voorhanden hebben (art. 420bis sub b Sr) is bewezen en niet het verbergen/verhullen van de werkelijke aard, herkomst, vervreemding of verplaatsing (sub a). Immers, feitelijk verstoppen van geld (zoals hier in de printer en in een tas onder de wasmachine) is niet voldoende voor verbergen/verhullen in de zin van art. 420bis sub a Sr.

Voor meer handvatten naar aanleiding van verklaringen van verdachten raadpleeg het AMLC stappenplan rechtspraak product (inloggen vereist). Nog geen inloggegevens? Registreren kan hier (alleen overheid).

Deel deze pagina