Ga direct naar de inhoud Ga direct naar de footer

Wetenschap van witwassen

Rechtbank Rotterdam 17 april 2024, ECLI:NL:RBOT:2024:5038

Aan de verdachte in deze zaak is ten laste gelegd dat zij schuldig is aan witwassen en het feitelijk leidinggeven aan het medeplegen van oplichting. De verdachte was enig bestuurder en aandeelhouder van een bedrijf.

De verdachte wilde stoppen met haar bedrijf, maar de medeverdachte had grote plannen voor de onderneming en werd daarom aangesteld als bedrijfsleider en nam feitelijk de bedrijfsvoering over. De verdachte was nog maar beperkt betrokken bij het bedrijf, maar bleef al die tijd wel statutair bestuurder. In deze periode heeft de medeverdachte nep-facturen naar factoringmaatschappijen gestuurd. Deze betaalden vervolgens de overeengekomen vergoeding aan het bedrijf, maar konden daarna geen gelden innen bij de zogenaamde debiteuren.

Er was dus sprake van oplichting. Op enig moment heeft een medewerker van een factoringmaatschappij telefonisch contact met verdachte gehad en heeft haar ingelicht over de valse en oninbare facturen. Tijdens dit gesprek heeft de verdachte beloofd alle ontvangen gelden terug te storten. Deze afspraak is via mailcontact bevestigd door medeverdachte. Derhalve heeft de rechtbank aangenomen dat de verdachte vanaf dat moment wist van de ten onrechte ontvangen gelden. De verdachte heeft van de eigen onderneming €39.550,- ontvangen. Dit geld is gedeeltelijk vóór de dag van het telefoongesprek overgemaakt. Aangezien de verdachte vanaf het moment van het telefoongesprek de wetenschap had dat het geld uit enig misdrijf afkomstig is en dit geld toen ook (nog steeds) voorhanden heeft gehad, wordt zij schuldig bevonden aan witwassen. Immers, op basis van valse geschriften is de factoringmaatschappij bewogen tot het verrichten van onterechte betalingen waarmee ook verdachte is bevoordeeld. Overigens maakte ze zich in een later stadium ook nog schuldig aan het feitelijk leidinggeven aan de oplichting.

In deze zaak waren de valse facturen geen verhulling maar onderdeel van de oplichting (het innen van betalingen door het versturen van valse facturen), oftewel van het gronddelict. Bij witwassen is het van belang om onderscheid te maken tussen het gronddelict (waar komt het witwasvoorwerp vandaan) en het verdoezelen van de criminele herkomst. Zie ook ons kennisproduct ‘overzicht valsheid in geschrifte als gronddelict’.

Deel deze pagina