Voorbeeld integrale aanpak witwassen
Publicatiedatum 01-02-2022, 9:15 |
Raad van State 19-01-2022: ECLI:NL:RVS:2022:132
In een strafrechtelijke procedure is een café eigenaar veroordeeld voor witwassen. De café eigenaar heeft hoger beroep ingesteld, dat loopt nog. De veroordeling voor witwassen is dus nog niet onherroepelijk. Vervolgens heeft de burgemeester de horecavergunning ingetrokken omdat de café eigenaar ‘van slecht levensgedrag is’. De bestuursrechter oordeelde die intrekking rechtmatig is. Tegen dat oordeel is hoger beroep bij de Raad van State ingesteld.
RvS: Uit de DHW, de Wok en het Speelautomatenbesluit blijkt dat de burgemeester verplicht is om een drank- en horecavergunning en een aanwezigheidsvergunning voor een speelautomaat in te trekken als leidinggevenden en beheerders van de inrichting in enig opzicht van slecht levensgedrag zijn. Bij het oordeel of [appellant] in enig opzicht van slecht levensgedrag is, heeft de burgemeester het oordeel van de rechtbank Oost-Brabant van 1 mei 2018 mogen betrekken. Weliswaar is de veroordeling van [appellant] nog niet onherroepelijk omdat hij hoger beroep heeft ingesteld tegen dat vonnis, maar dat betekent niet dat de burgemeester die veroordeling niet mocht betrekken bij zijn besluitvorming. Zoals uit de uitspraak van de Afdeling van 10 april 2019, ECLI:NL:RVS:2019:1099, volgt, zijn geen beperkingen gesteld aan de feiten of omstandigheden die bij de beoordeling van het levensgedrag mogen worden betrokken. Bovendien heeft de burgemeester niet alleen de enkele veroordeling betrokken bij zijn besluitvorming, maar hij heeft daarbij ook de inhoud van de bestuurlijke rapportage betrokken.