Tuchtzaak advocaten schending Wwft
Publicatiedatum 09-09-2021, 8:00 |
Raad van Discipline Amsterdam, 26 juli 2021: ECLI:NL:TADRAMS:2021:173
In deze zaak oordeelt de Raad van Discipline o.a. over de vraag of twee advocaten in strijd met de Wwft hebben nagelaten onderzoek te doen en ongebruikelijke transacties te melden.
Eén van de advocaten had een dienst op zich genomen op grond van een Undertaking Agreement die voorziet in het beheren van een grote geldsom ten behoeve van procesfinanciering van rechtszaken in Nederland. De vraag die voorligt is of de Wwft van toepassing is op deze dienst, aangezien dat niet bij alle vormen van dienstverlening door advocaten zo is. De Wwft is van toepassing op advocaten en advocatenkantoren, voor zover zij zelfstandig onafhankelijk beroeps- of bedrijfsmatig advies geven of bijstand verlenen bij de diensten genoemd in artikel 1a, vierde lid, onderdeel c, onder 1º Wwft. Het beheren van geld is één van de Wwft-plichtige diensten die genoemd wordt in dit artikel en dus had de advocaat volgens de raad van discipline Wwft-onderzoek moeten doen. Daarnaast heeft de advocaat volgens de raad nagelaten ongebruikelijke transacties te melden bij de Financial Intelligence Unit (FIU). Bij de Undertaking Agreement zijn partijen betrokken die in het buitenland zijn opgericht of gevestigd, zoals de Kaaimaneilanden en de Britse Maagdeneilanden. Omdat algemeen bekend is dat de financiële systemen op deze eilanden een discutabele reputatie hebben was er volgens de raad aanleiding om te veronderstellen dat de Undertaking Agreement verband kon houden met witwassen. De andere advocaat heeft volgens de Raad ook verwijtbaar gehandeld. Hij heeft de Undertaking Agreement ondertekend en had zich daarom moeten realiseren dat er sprake was van Wwft-verplichtingen, ook al was hij niet de behandelend advocaat van de zaak.