Ga direct naar de inhoud Ga direct naar de footer

Tijdige verklaring

Rechtbank Amsterdam, 13 december 2024, ECLI:NL:RBAMS:2024:8354

In het stappenplan witwassen moet de rechter op enig moment beoordelen of er sprake is van een concrete, verifieerbare en niet op voorhand hoogst onwaarschijnlijke verklaring.

In deze uitspraak maakt de rechtbank nog eens duidelijk dat het de verdachte tegengeworpen kan worden als die pas in een laat stadium een verklaring over de herkomst van het witwasvoorwerp aflegt:

“Verder neemt de rechtbank in haar overweging mee dat verdachte pas in een zeer laat stadium is gekomen met zijn verklaring over de herkomst van de contante geldbedragen, terwijl hij daartoe veel eerder gelegenheid heeft gehad. Het verhoor van verdachte van 30 juni 2022 werd op initiatief van de verdediging gestaakt toen er vragen over de contante geldbedragen werden gesteld. Medio juli 2022 werd door het onderzoeksteam contact gezocht met de raadsman om een afspraak te maken voor een nader verhoor, maar werd door de raadsman aangegeven dat het niet zinvol was verdachte uit te nodigen, omdat hij zich ten aanzien van alle nadere vragen op zijn zwijgrecht zou beroepen. De concepttenlastelegging, gelijkluidend aan de tenlastelegging die thans voorligt, heeft de raadsman evenmin aanleiding gegeven om in regiefase nader onderzoek te verzoeken, zoals bijvoorbeeld een verhoor van verdachte.”

Deel deze pagina