Ga direct naar de inhoud Ga direct naar de footer

UBO-verificatie door notaris

Rechtbank Overijssel, 4 december 2024, ECLI:NL:RBOVE:2024:6500

In de onderstaande uitspraak gaat het om de vraag of de notaris terecht zijn dienst heeft geweigerd. Het conflict is ontstaan nadat een bedrijf voor de uitvoering van een hypotheekakte bij de notaris aanklopte, maar deze na een cliëntonderzoek de uitvoering heeft geweigerd. De notaris heeft hiervoor gebruik gemaakt van de indicatoren gepubliceerd door het Bureau Financieel Toezicht (BFT).

De eisers zijn beide indirect aandeelhouder bij een bedrijf. Dit bedrijf heeft een koopovereenkomst gesloten voor de koop van een pand voor € 1.100.000. In de koopovereenkomst was een uiterlijke passeerdatum opgenomen met een boeteclausule indien de akte wegens een toerekenbare tekortkoming niet op tijd gepasseerd kon worden. Deze boete bedroeg 10% van de koopsom, oftewel €110.000. Eén dag voor de uiterlijke passeerdatum, op 31 oktober, werd er contact opgenomen met de notaris (de gedaagde) om te vragen of er snel een hypotheekakte opgesteld en gepasseerd kon worden. Zodoende werd er een afspraak ingepland enkele dagen later op 3 november.

Ter voorbereiding op deze afspraak werd er een UBO-verklaring opgestuurd waarin één van de eisers als UBO stond aangemerkt. Tijdens het cliëntonderzoek bleek echter dat de mede-eiser ook aandeelhouder was en dus ook als UBO moest worden aangemerkt. Naar aanleiding van deze  ontdekking werd er een nieuwe UBO-verklaring aangeleverd door de eisers. De notaris heeft na ontvangst van deze UBO-verklaring besloten zijn dienst te weigeren en heeft dit ook die dag medegedeeld aan de eisers. De koopakte is niet gepasseerd en de boeteclausule is daardoor van toepassing geworden. Volgens de eisers heeft de notaris niet voldaan aan zijn ministerieplicht en levert dit een toerekenbare tekortkoming in de nakoming op. De notaris verweert zich met het feit dat het cliëntonderzoek niet goed kon worden uitgevoerd of afgerond en dat er meerdere red flags naar voren waren gekomen waardoor er geen zakelijke relatie kon worden aangegaan.

Oordeel van de rechtbank

De rechtbank begint met een uiteenzetting van de verplichtingen op grond van de Wwft. Hieronder valt ook de weigeringsplicht indien er geen cliëntonderzoek is uitgevoerd of er geen UBO’s geïdentificeerd en vervolgens geverifieerd zijn. Daarnaast geldt dat notarissen hun diensten moeten weigeren als:

“1) naar hun redelijke overtuiging of vermoeden de werkzaamheid die van hen verlangd wordt tot strijd met het recht of de openbare orde leidt, 2) wanneer hun medewerking wordt verlangd bij handelingen die kennelijk een ongeoorloofd doel of gevolg hebben, of 3) wanneer zij andere gegronde redenen voor weigering hebben.”

De rechtbank oordeelt dat de notaris in deze zaak terecht zijn dienst heeft geweigerd.

De notaris heeft een document van het BFT overlegd waarin voorbeelden zijn opgenomen van de subjectieve indicator om te beoordelen of er sprake kan zijn van een ongebruikelijke transactie. In deze zaak was het problematisch om de UBO’s vast te stellen. Er is op meerdere momenten geprobeerd om de daadwerkelijke UBO’s te verhullen. Zo heeft een van de eisers telefonisch verklaard dat hij de enige UBO was en opvolgend zijn er een onjuiste UBO-verklaring en KvK-uittreksel opgestuurd. Daarnaast kon er geen akte van aandelenoverdracht of een aandeelhoudersregister worden overlegd, wat controle van de gegevens niet mogelijk maakte.

Tijdens het onderzoek is ook de feitelijke zeggenschap niet duidelijk geworden. De echtgenoot van één van de eisers fungeerde zonder verklaarbare reden als tussenpersoon tussen eisers en de notaris. Al met al werd de gang van zaken omringt door geheimzinnigheid, was de tussenpersoon erg aanwezig tijdens het gehele proces en werd deze zelfs boos om de ‘onnodige’ vragen die werden gesteld. Het vermoeden van de notaris was dan ook dat de tussenpersoon feitelijk de dienst uitmaakte en de twee eisers enkel als stroman werden ingezet. De reden hiervoor zou kunnen zijn dat de tussenpersoon in het verleden als projectontwikkelaar betrokken is geweest bij grootschalige faillissementsfraude.

De rechtbank concludeert dat de notaris voldoende heeft onderbouwd waarom dienst is geweigerd en stelt de eisers dan ook niet in het gelijk.

Deel deze pagina