Stappenplan witwassen; spaargeld
Publicatiedatum 23-02-2023, 15:31 |
Gerechtshof Amsterdam 20 februari 2023, ECLI:NL:GHAMS:2023:412
Bij de doorzoeking van een woning wordt € 10.300,00 cash aangetroffen. Daarnaast wordt 100 gram cocaïne aangetroffen samen met tientallen lege envelopjes, zeven telefoons en een aantal weegschalen.
In het verhoor bij de politie heeft de verdachte met betrekking tot zijn financiële situatie verklaard dat hij een WIA-uitkering ontvangt, dat hij daarnaast werkt en zijn salaris contant uitbetaald krijgt, en dat hij de ene maand € 100,00 kan sparen en de andere maand net aan kan rondkomen. In een daaropvolgend verhoor heeft hij zich op zijn zwijgrecht beroepen.
Pas twee jaar later op de zitting heeft hij verklaard dat hij bij uitbetaling van zijn salaris telkens een deel, ongeveer € 250,00 tot € 300,00, apart legde en dat het aangetroffen geldbedrag aldus zijn spaargeld betreft. De verdachte heeft ter terechtzitting in hoger beroep een aantal salarisspecificaties overhandigd en verklaard dat hij in die jaren telkens een deel van dat salaris gebruikte om boodschappen te doen en tevens iedere maand ongeveer € 100,00 aan fooi ontving. De verdachte heeft naar aanleiding van de overgelegde salarisspecificaties verklaard dat hij eerst een salaris van ongeveer € 160,00 en later, vlak voor de doorzoeking, een salaris van ongeveer € 460,00 ontving.
De advocaat-generaal heeft zich op het standpunt gesteld dat de verdachte van witwassen moet worden vrijgesproken, omdat het openbaar ministerie niets tegenover de verklaring van de verdachte kan stellen en de verdachte bij die stand van zaken het voordeel van de twijfel moet worden gegeven.
Het hof denkt er anders over en oordeelt dat de verklaring van verdachte dat het aangetroffen geld spaargeld betreft hoogst onwaarschijnlijk is. De bij de politie afgelegde verklaring omtrent inkomsten en spaargedrag alsmede de omstandigheid dat de verdachte pas vlak voor het aantreffen van het geldbedrag een hoger inkomen uit werk ontving, zijn niet verifieerbaar. Dat geldt ook voor de ontvangen fooien. Nu de herkomst van het aangetroffen geldbedrag niet verklaard kan worden kan het niet anders dan dat het geldbedrag afkomstig is uit enig misdrijf.