Stappenplan aanpak bij zicht op concreet gronddelict
Publicatiedatum 17-04-2024, 12:31 |
Rechtbank Oost-Brabant 5 maart 2024, ECLI:NL:RBOBR:2024:802
Mag opsporing vervolgen voor witwassen zonder bekend gronddelict (stappenplan aanpak) als een gronddelict in beeld is? Daarover oordeelde rechtbank Oost-Brabant in een zaak naar aanleiding van zorgfraude.
Casus
Wat was hier aan de hand? Verdachte en medeverdachten exploiteerden een thuiszorgorganisatie en waren respectievelijk financieel en algemeen directeur hiervan. Door de organisatie is onterecht te veel zorg gedeclareerd (33.795 uren) bij zorgverzekeraars tegen een vergoeding van ruim 1,6 miljoen. Zij onttrokken geld aan die organisatie en kochten hiervan in privé vastgoed.
Standpunt officier
De officier van justitie is uitgegaan van witwassen zonder aanwijsbaar (bekend) gronddelict, oftewel de stappenplan aanpak. Deze aanpak wordt vaak gebruikt wanneer het gronddelict niet in beeld is. Het onderliggende gronddelict van witwassen hoeft ook niet te worden bewezen volgens vaste rechtspraak.
Standpunt verdediging
Volgens de verdediging mocht niet worden vervolgd voor witwassen, omdat sprake was van een niet afgerond onderzoek naar een bekend (dus aanwijsbaar) gronddelict.
Oordeel rechtbank
Deze redenering volgt de rechtbank niet. De rechtbank zegt:
“Er is geen rechtsregel die bepaalt dat bij een concreet bekend gronddelict geen witwassen met een onbekend gronddelict ten laste mag worden gelegd.”
Witwasvermoeden
Vervolgens oordeelt de rechtbank dat sprake is van een gerechtvaardigd witwasvermoeden dat de thuiszorgorganisatie gelden heeft ontvangen die geen legale herkomst hadden omdat zij zijn verkregen door oplichting van de zorgverzekeraars, waarna verdachte en zijn medeverdachte gelden hebben onttrokken van die organisatie. De rechtbank vervolgt en zegt dat daarmee sprake is van een vermoeden van witwassen, zonder dat het Openbaar Ministerie gehouden is nader onderzoek te doen naar het vermoedelijke gronddelict. Het is dan aan de verdachte om een verklaring te geven voor de herkomst van het geld.
Verklaring verdachte
Op de vraag naar het geconstateerde capaciteitstekort van maar liefst 33.795 uren volgt een beroep op het zwijgrecht (medeverdachte) en een ontkennende verklaring (verdachte) die wordt weerlegd op basis van de bewijsmiddelen.
Conclusie
Omdat de gedeclareerde zorguren niet kunnen worden verklaard door de zorgcapaciteit bij de organisatie kan volgens de rechtbank met voldoende mate van zekerheid worden uitgesloten dat de ontvangen vergoedingen voor de onverklaarbare uren een legale herkomst hadden. Verdachten hebben geldbedragen tot een totaalbedrag van €708.069,70 van de thuiszorgorganisatie naar hun eigen bankrekeningen overgemaakt. Een criminele herkomst van deze geldbedragen kan als enige aanvaardbare verklaring gelden. Daarom volgt een veroordeling voor witwassen.
Hoewel eerder al in deze lijn werd geoordeeld is het voor het eerst dat wij zo expliciet in een vonnis lezen dat er geen rechtsregel is die bepaalt dat de stappenplan-aanpak niet mag worden gevolgd als een concreet gronddelict in beeld is.