Schuldwitwassen
Publicatiedatum 24-01-2024, 12:23 |
Gerechtshof ‘s-Hertogenbosch 5 december 2023, ECLI:NL:GHSHE:2023:4092
Verdachte is door de politierechter veroordeeld wegens witwassen van contant geld dat is aangetroffen in een plastic zak in de auto waarin hij zat met medeverdachte. De auto had een Frans kenteken en is staande gehouden bij de grensovergang. De vraag of verdachte wist of moest vermoeden dat het geld afkomstig is uit enig misdrijf staat hier centraal.
Witwasvermoeden
Het witwasvermoeden is hier aangenomen op basis van verschillende witwastypologieën, zoals het veiligheidsrisico bij het fysiek vervoeren van grote hoeveelheden contant geld zonder noodzaak op grond van beroep of bedrijf. Op grond daarvan mag van de verdachte worden verlangd dat hij een concrete, verifieerbare en niet op voorhand hoogst onwaarschijnlijke verklaring geeft dat het voorwerp niet van misdrijf afkomstig is.
De verdachte heeft verklaard dat hij met medeverdachte naar een auto ging kijken voor deze medeverdachte. Het geld lag al in de auto en hij weet niet waar het vandaan komt. Volgens het hof kan deze verklaring niet worden aangemerkt als een concrete, verifieerbare en niet op voorhand hoogst onwaarschijnlijke verklaring. Er zijn immers geen concrete gegevens verstrekt waar het OM onderzoek naar kan doen.
Wetenschap criminele herkomst
Dan de vraag of de verdachte wist of redelijkerwijs moest vermoeden dat het geld afkomstig was uit enig misdrijf. De verdachte heeft verklaard dat de medeverdachte hem heeft verteld dat het om ongeveer € 40.000 ging, dat hij in de tas heeft gekeken en heeft gezien dat er allerlei soorten biljetten in zaten. Hij had nog nooit in zijn leven zoveel contant geld gezien. Bij de politierechter verklaarde hij dat hij niet weet waarom de medeverdachte het geld contant in de auto had, hoe hij aan zoveel geld kwam, waar het geld vandaan kwam of wat voor baan de medeverdachte heeft. Hij heeft dat niet aan de medeverdachte gevraagd. Het hof zegt hierover:
“Aangezien het allerminst gebruikelijk is dat bedragen van ruim € 40.000 contant in een auto naar een ander land worden vervoerd, lag het op de weg van de verdachte daar wel vragen over te stellen aan de medeverdachte. Gelet op de omstandigheden van het geval moest de verdachte tenminste redelijkerwijs vermoeden dat het ging om geld met een criminele herkomst.”
Het hof acht daarmee bewezen dat de verdachte zich samen met de medeverdachte in ieder geval schuldig heeft gemaakt aan schuldwitwassen.