Procesafspraken in zorgfraude

Rechtbank Rotterdam 19 september 2024, ECLI:NL:RBROT:2024:9184

Recent publiceerde het AMLC in samenwerking met de Recherche Zorgfraude van de Nederlandse Arbeidsinspectie een verdiepend artikel over een zorgfraudezaak waarin alleen vervolgd is voor witwassen en niet zoals gebruikelijk voor oplichting, valsheid in geschrifte en witwassen. Deze aanpak scheelde vele recherche-uren. Ook in onderhavige zorgfraudezaak helpt een nieuwe vervolgingsstrategie tot ontlasting van de strafrechtketen. De rechtbank komt tot een veroordeling conform procesafspraken voor witwassen en valsheid in geschrifte.

Het vonnis ziet overwegend op de toetsing van de procesafspraken. Hierdoor is minder aandacht voor de modus operandi van de zaak. Kijkend naar de tenlastelegging van valsheid in geschrifte valt wel op te maken dat het om een zorgfraudezaak moet gaan. Pas bij het lezen van de ‘motivering straf’ wordt kort uitgelegd waar de zaak op ziet. De rechtbank schrijft “…De verdachte heeft samen met anderen gedurende een periode van vijf jaar fraude gepleegd en grote sommen geld witgewassen door op structurele wijze zorguren te declareren die in werkelijkheid niet geleverd waren. Zij heeft met dat doel samen met anderen valse loonstroken, urenregistraties, zorgfacturen en arbeidsovereenkomsten gemaakt. Een groot deel van de opbrengsten van de onterecht gedeclareerde zorguren heeft de verdachte besteed aan luxegoederen…”. Voor meer context in vergelijkbare zaken kunt u het eerder genoemde verdiepende artikel lezen.

Het mag duidelijk zijn dat dergelijk procesafspraken de strafrechtketen minder belasten. Tevens dragen de procesafspraken bij aan het soepel verlopen van toekomstige controles van toezichthouders in het zorgdomein en van de Belastingdienst. Een van de procesafspraken ziet namelijk op bijzondere voorwaarden verbonden aan de voorwaardelijke straf. De verdachte zal gedurende de proeftijd volledige medewerking verlenen aan onaangekondigde en aangekondigde controles en voldoen aan de administratieve verplichting conform het Burgerlijk Wetboek boek 2 en de Algemene wet inzake Rijksbelastingen.