Ontneming Bitcoinhandelaar
Publicatiedatum 30-01-2018, 14:57 |
Veroordeelde heeft zich – in samenwerking met zijn mededader – drie jaar beziggehouden met handel in Bitcoins. Hij fungeerde als tussenpersoon bij het verzilveren van Bitcoins waardoor de anonimiteit van de Bitcoineigenaar gewaarborgd bleef. In totaal heeft hij met zijn mededader een bedrag van €447.882 aan Bitcoins omgezet in contanten. De Bitcoins waren grotendeels afkomstig van Darkweb, waar vrijwel uitsluitend in illegale goederen wordt gehandeld. De rechtbank Rotterdam veroordeelde verdachte (en zijn mededader) voor het gewoontewitwassen van €447.882 aan bitcoins
(ECLI:NL:RBROT:2017:10225).
Nu dient de ontnemingszaak waarin wordt bevestigd dat het witgewassen bedrag niet automatisch gelijk is aan het wederrechtelijk voordeel. Van het witgewassen bedrag is €305.869 contant opgenomen en naar eigen zeggen teruggegeven aan de Bitcoineigenaren. Het resterende bedrag van €142.013 is op de bankrekeningen blijven staan dan wel uitgegeven door veroordeelden. De officier van justitie stelt dat het overgebleven deel op de bankrekening de fee betreft die veroordeelden hebben ontvangen. De raadsman heeft aangevoerd dat een fee van 31,7% zeer onaannemelijk is en dat een fee van 5% tot 7% volgens jurisprudentie gangbaar is. Veroordeelde zelf heeft verklaard dat zij €10,00 + 5% fee ontvingen. Het verzoek van de verdediging aan de rechtbank is om een fee van 10% te hanteren. Hier gaat de rechtbank niet in mee. Veroordeelde heeft weliswaar gesteld dat zijn mededader en hij €305.869 hebben afgegeven aan de Bitcoineigenaren, maar hij heeft deze stelling niet onderbouwd. Het is dan ook mogelijk dat veroordeelden het geheel of een gedeelte hiervan niet hebben afgegeven. Wat de rechtbank wel vast kan stellen is dat veroordeelden ten minste €142.013 aan Bitcoingelden voor zichzelf hebben gehouden. Het wederrechtelijk verkregen voordeel wordt daarom geschat op €142.013.
Rechtbank Rotterdam, 19 december 2017