Ongedocumenteerde geldstromen in bouw en zorg
Publicatiedatum 07-03-2024, 16:18 |
Rechtbank Amsterdam 15 februari 2024, ECLI:NL:RBAMS:2024:834
In deze zaak start de bank een klantonderzoek naar aanleiding van ongebruikelijk transactieverkeer op de betaalrekening van een bedrijf in onderhoud en herstel van woningen. Omdat de bank witwasrisico’s niet kan uitsluiten wordt de bankrelatie beëindigd. Tegen deze beslissing wordt bezwaar aangetekend.
Het gaat hier om een bestuurder en aandeelhouder van twee bedrijven. In privé beschikt de bestuurder over een vastgoedportefeuille van 13 panden met 20 verhuurde objecten. In het verleden was hij betrokken bij een bedrijf in de thuiszorg dat een aanwijzing heeft gekregen van de Inspectie Gezondheidszorg en dat daarna is gestopt met haar activiteiten.
Naar aanleiding van de volgende witwasrisico’s is de bankrelatie beëindigd:
- Een wirwar van contante stortingen en overboekingen;
- Onduidelijke betaalconstructies waarbij gelden worden doorgeboekt naar de privérekening van de bestuurder;
- Gebrek aan deugdelijke administratie;
- Ongedocumenteerde leningen van zijn zoon;
- Oncontroleerbare mededelingen over de kasvoorraad en rekening-courant van de bedrijven.
Oordeel rechtbank
De rechtbank oordeelt dat banken een verantwoordelijkheid hebben bij het signaleren van financieel economische criminaliteit en andere integriteitsrisico’s.
“Het is voor de beëindiging van de relatie niet noodzakelijk dat er concrete bewijzen zijn dat de klant betrokken is bij criminele activiteiten. Banken hebben geen formele opsporingsbevoegdheden en zijn voor het cliëntenonderzoek afhankelijk van informatie uit openbare bronnen en informatie van de klant zelf. De klant is verplicht de bank te voorzien van de nodige informatie over – onder meer – zijn activiteiten en de wijze waarop hij aan het geld is gekomen dat hij bij de bank onderbrengt.”
De bank heeft volgens de rechtbank terecht aangevoerd dat er teveel zaken zijn die vragen oproepen. Weliswaar zijn gestelde vragen deels beantwoord, maar tal van zaken, zoals de herkomst en bestemming van contanten, de redenen voor overboekingen van de ene rekening naar de andere, de grondslag en de herkomst van de leningen, zijn niet te verifiëren. Leningsovereenkomsten, kasboeken of andere deugdelijke administratie en jaarrekeningen ontbreken.
Er volgens de rechtbank geen sprake van een heksenjacht zoals de bestuurder betoogt, maar tal van punten die een integriteitsrisico vormen. In de bouw gaat veel zwart geld om en er zijn veel signalen van zorgfraude de afgelopen jaren.
“Uiteraard wil dit niet zeggen dat alle ondernemers in de bouw of in de zorg zich schuldig maken aan onwettige praktijken, maar als de activiteiten in deze branches gepaard gaan met ongedocumenteerde geldstromen en een totaal gebrek aan administratie, is het logisch dat bij de bank ‘de alarmbellen gaan rinkelen’.
Volgens de rechtbank heeft de bank op terechte gronden kunnen concluderen dat zij verplicht was om de bankrelatie te beëindigen op grond van art. 5 lid 3 Wwft.