Ga direct naar de inhoud Ga direct naar de footer

Offshore goudbedrijf

Gerechtshof Amsterdam, 16 juli 2024, ECLI:NL:GHAMS:2024:1971

In deze zaak hebben twee banken diverse klanten gewaarschuwd voor mogelijke fraude en oplichting door een offshore goudbedrijf in Alaska.

Ook zijn meerdere betalingen geblokkeerd. Het goudbedrijf is het niet eens met deze handelwijze van de banken.

Vermoeden van fraude en oplichting

Het offshore goudbedrijf verkoopt goud aan consumenten. Hierbij ontvangt de koper een certificaat waaruit blijkt dat deze recht heeft op de gekochte hoeveelheid goud, die op een later moment zal worden geleverd, ook wel bekend als forward gold sales. De consument betaalt de koopsom aan het administratiekantoor van het offshore goudbedrijf.

Forward gold sales

Forward gold sales zijn op zichzelf risicovolle transacties, omdat kopers in feite de gouddelfwerkzaamheden (voor)financieren terwijl er geen zekerheid bestaat dat het goud dat kopers al gekocht en betaald hebben daadwerkelijk zal worden gewonnen. Sinds 2019 loopt er een strafrechtelijke procedure tegen een partij die goud via forward gold sales verkocht en ook tegen een tussenpersoon (voorheen goudkorting.nl) die handelspartner is van het offshore goudbedrijf in de hier besproken zaak. Honderden particulieren kochten voor tientallen miljoenen euro’s goud via forward gold sale-contracten. Het goud werd nooit geleverd en de kopers hebben de betaalde koopsom niet terug ontvangen. Volgens het Openbaar Ministerie zijn circa 600 Nederlandse consumenten gedupeerd voor in totaal € 30-45 miljoen. Gedupeerden hebben zich verenigd in de Stichting Collectief Forward Gold Sale (https://www.goudfraude.nl/de-claim/achtergrond) die probeert de schade te verhalen, onder meer op ING wegens schending van haar zorgplicht.

Het bedrijfsmodel van het offshore goudbedrijf in Alaska in de hier besproken zaak bestaat ook uit forward gold sales en haar goud wordt aangeboden via een website die vrijwel identiek is aan goukorting.nl, de website die eerder in verband is gebracht met beleggingsfraude. Daarnaast is een van de verdachte bedrijven in de strafzaak die loopt sinds 2019 ook handelspartner van het onderhavige goudbedrijf.

De banken hebben de klanten gewaarschuwd op basis van de volgende red flags:

  1. Er bestaan veel negatieve signalen over zogenoemde ''forward gold sales'' zoals hier aan de orde. Zo is in 2019 in de pers verschenen dat de FIOD drie aanhoudingen heeft gedaan in een onderzoek naar beleggingsfraude met dit soort goudverkoop.
  2. Het offshore goudbedrijf kan geen financiering van een reguliere bank krijgen en richt zich daarom op Nederlandse consumenten, terwijl zij zelf in de Verenigde Staten gevestigd is.
  3. Een van de betrokken internetbedrijven (voorheen goudkorting.nl) is in verband gebracht met beleggingsfraude en oplichting.
  4. De websites van goudkorting.nl (inmiddels verwijderd) en goudvoordeel.nl zijn vrijwel identiek aan elkaar.
  5. Benadeelden die via goudkorting.nl goud hadden gekocht, hebben zich verenigd in de Stichting Collectief Forward Sale en spreken ING en Bunq aan tot vergoeding van de door hen geleden schade
  6. Klanten werden ongevraagd via e-mail benaderd door goudvoordeel.nl en naderhand gebeld door een 'adviseur'. Die werkwijze vertoont parallellen met zogenaamde 'boilerroomfraude', waarbij de klant telefonisch onder druk gezet om in te gaan op een voorstel.
  7. Het verschijnsel waarbij er plotseling veel transacties zijn met een partij die tot dat moment onbekend was, vormt een aanwijzing voor boilerroomfraude.

Oordeel hof

De Wwft ligt hier níet ten grondslag aan de handelwijze van de banken om klanten te waarschuwen voor de fraude. De banken hebben de klanten hier gewaarschuwd op basis van de contractuele zorgplicht jegens hun klanten op grond van art. 2 van de Algemene Bankvoorwaarden. Volgens het hof waren de red flags hier voldoende aanwijzing voor het vermoeden van fraude. Daarbij verwijst het hof naar

  • het risico van forward gold sales
  • het feit dat reguliere banken niet willen investeren in het goudbedrijf waardoor het in plaats daarvan geld probeert op te halen bij particulieren
  • de strafrechtelijke procedure die loopt sinds 2019 tegen de partij die ook een rol speelt in de hier besproken zaak

Tot slot is vermeldenswaardig dat de bank bij dit onderzoek geen rekening hoeft te houden met de onschuldpresumptie en hoor en wederhoor. Een dergelijk onderzoek door een bank is immers geen strafrechtelijke procedure - een bank heeft ook geen opsporingsbevoegdheden - maar een invulling van de contractuele zorgplicht jegens haar klanten.

Deel deze pagina