Meeloopdag AMLC bij de Volksbank
Publicatiedatum 16-12-2019, 17:04 |
,Geschreven door: Victor Ross, AMLC
Eerder dit jaar hebben de Volksbank en de FIOD medewerkers uitgewisseld, met als doel van elkaar te leren en beter begrip te krijgen van en voor elkaar. In navolging van deze vruchtbare samenwerking is het AMLC op 26 november 2019 op bezoek gegaan bij de Volksbank. Daar werden wij welkom geheten door team compliance, een bestuurslid en een PPS-specialist van de bank. Al snel viel het woord ‘grootbank’. “De Volksbank is geen grootbank”, werden we gewaarschuwd, “het is een systeembank”. Systeembank? Wat betekent dat dan?
De Volksbank is het moederbedrijf van SNS Bank, ASN Bank, BLG Wonen en Regiobank. Het heeft als missie: ‘Bankieren met de menselijke maat’. Dit is overal in het bankgebouw leesbaar op posters en televisieschermen. Het komt in bijna elk gesprek ter sprake en concreet tot uiting in haar dienstverlening. Typerend voor dit laatste is hoe de bank omgaat met klanten met een betaalachterstand. Waar voorheen het innen van de vordering vlot werd uitbesteed aan een deurwaarderskantoor zet de bank tegenwoordig in op hulp om deze mensen financieel weerbaarder te maken. Interessant is ook dat de Volksbank de eerste Nederlandse bank was die €500-biljetten niet meer accepteerde en dat cash storten alleen mogelijk is aan een balie (van Regiobank).
Na de wederzijdse introductie trapte het AMLC af met een presentatie. Veel interesse was er voor de projecten van het AMLC en de preventieve rol die het daarmee vervult in het landschap van de witwasbestrijding. Om dit effectief te kunnen doen werkt het AMLC veelvuldig publiek‑privaat samen, waaronder met de Volksbank. Gedeelde mening is dan ook dat de hele meldketen baat heeft bij elkaars kennis, data en expertise (voor zover die ‘mag’ worden gedeeld uiteraard). Na uitleg van bij de Volksbank gehanteerde terminologie werd de groep ’s middags gesplitst. Het ene deel ging naar compliance en het andere naar CCKI (Competence Centre Klant Integriteit), zeg maar de eerstelijns defensie.
Bij compliance werd onder meer gesproken over scenariomanagement en de uitdaging daarbij om indicatoren te vertalen naar scenario’s. Als indicatoren breed en niet concreet zijn, is toepassing (en daarmee het voorkomen van false negatives) amper mogelijk. Verder zou scenariomanagement veel baat hebben bij een inhoudelijke feedbackloop met FIU en opsporing, om scenario’s (waar OT-meldingen uit voort komen) aan te kunnen scherpen. Besproken werd ook dat waar op het vlak van de Wwft al veelvuldig wordt samengewerkt, dat anders is bij de naleving van sanctiewetgeving. De bank loopt een enorm risico (met name vanuit Amerikaanse hoek) als sancties niet correct worden nageleefd.
Bij CCKI kwamen meer operationele onderwerpen aan bod, zoals klantonderzoeken en het exit‑proces. Enkele recente voorbeelden waarin exit succesvol was, werden aan ons gepresenteerd. Daarna werd de groep uitgenodigd om mee te kijken met een aantal klantonderzoeken, die waren opgestart na hits uit transactiemonitoring. Het vergt de nodige doortastendheid, kennis en ervaring om goed te kunnen doorgronden wat er precies aan de hand is. Leuk was dat voor één van de gepresenteerde onderzoeken gebruik was gemaakt van kennis van de AMLC-website.
De raakvlakken met het recherchewerk van de FIOD werden ook duidelijk; we zoeken allemaal naar dat stukje informatie om iets te kunnen bestempelen als ‘goed of fout’. En waar het onderzoek van de bank het begin vormt van de keten, borduurt de opsporing daar weer op voort. Na hereniging van de groep werd stilgestaan bij de (deels hiervoor aangehaalde) lessons learned en werden we aan het werk gezet met prikkelende stellingen. Dit leidde tot een boeiend gesprek, met name over de doelmatigheid van de huidige meldketen. Slechts een klein gedeelte van de OT‑meldingen belandt uiteindelijk als strafrechtelijk onderzoek bij de opsporing; is dit niet een beetje als schieten met een kanon op een mug? AMLC: nee, maar het systeem biedt ruimte voor verbetering. Er is altijd een tekort aan opsporingscapaciteit om alle zaken op te pakken. Daarom dient deze capaciteit op een zo slim mogelijke manier te worden ingezet. Het is derhalve aan de publieke partijen om zo goed mogelijk de netwerken te destilleren uit alle data (de OT-meldingen) en de strafrechtelijke interventie te richten op de ‘key players’. Hoe beter het voorwerk van de meldplichtige instellingen, hoe vruchtbaarder de datapositie voor de vervolgstappen.
Uiteindelijk kunnen we in samenwerking de meldketen naar een hoger niveau tillen als we tezamen een continue leercirkel creëren, die het mogelijk maakt om de ‘false negatives’ wél te voorkomen.
De slotsom is dus dat we het samen moeten doen. En écht goed samenwerken begint met elkaar kennen en begrijpen. Alvorens na te praten bij de borrel werd dan ook afgesloten met een uitnodiging aan de Volksbank om binnenkort een dag achter de schermen te komen kijken bij het AMLC. Nog even snel wat posters ophangen met onze missie: ‘In samenwerking met publieke en private partijen de nationale en internationale witwasbestrijding continu verbeteren’…