Legale herkomst uitgesloten?
Publicatiedatum 03-04-2024, 15:46 |
Rechtbank Zeeland-West-Brabant 26 maart 2024, ECLI:NL:RBZWB:2024:2004
De opsporing moet bij het toepassen van de stappenplan aanpak een legale herkomst uitsluiten. Volgens de rechtbank is dat in deze zaak niet gelukt.
Wat was hier aan de hand? Naar aanleiding van een melding bij Meld Misdaad Anoniem heeft een doorzoeking plaatsgevonden in de woning van verdachte, waarbij een contant geldbedrag van € 75.375 is aangetroffen. Daarnaast is een Audi in beslag genomen, die op naam van de moeder van verdachte staat. De rechtbank oordeelt dat er geen rechtstreeks verband is tussen de witwasvoorwerpen (het geld en de auto) en een onderliggend delict (waarmee het geld en de auto zijn verkregen). Daarom doorloopt de rechtbank het stappenplan witwassen.
Witwasvermoeden
Een witwasvermoeden is volgens de rechtbank gerechtvaardigd op basis van de volgende feiten en omstandigheden:
- de geldbedragen lagen in verschillende pakketten achter een knieschot tussen lege kledingtassen verstopt, in een boekenkast en in een jaszak.
- het geld bestond uit grote coupures van 500, 200 en 100 euro. Dergelijke bankbiljetten komen in het reguliere (particulier) betalingsverkeer niet voor en bevinden zich niet in geldautomaten.
- de geldbedragen en de hoge waarde van de Audi staan niet in verhouding tot de relatief lage inkomsten en het geringe vermogen van verdachte.
Verklaring
Daarom ligt het op de weg van verdachte om een verklaring te geven over de herkomst van het geld en de auto. Verdachte heeft - twee jaar na de inbeslagname van het geld - verklaard dat hij het geld had geleend van een vriend die hij al twintig jaar kent. Het geld was bestemd om een klusbedrijf op te starten. Deze vriend heeft dit verhaal bevestigd. Verder zijn twee bankafschriften van deze vriend overgelegd, waaruit volgt dat in 2018 grote contante geldbedragen van € 99.999,99 zijn opgenomen. De auto was van zijn moeder en is met haar geld gekocht. Hij mocht de auto gebruiken en deed dat ook vaak.
De Officier van Justitie zegt hierover dat weliswaar uit de bankafschriften blijkt dat in december 2018 grote contante geldbedragen zijn opgenomen, maar hieruit blijkt niet dat de vriend dit geld aan verdachte heeft verstrekt. Ook geeft de Officier van Justitie aan dat het niet gebruikelijk is dat iemand een groot geldbedrag uitleent, zonder dat er iets over op papier staat. Verder is eerst door de vriend verklaard dat hij het geld heeft geleend in 2018, daarna zou het 2019 zijn geweest en uiteindelijk werd het 2020. Ook speelt volgens de Officier van Justitie mee dat de moeder van verdachte niet heeft willen verklaren over de auto tijdens het politieverhoor. Zij deed een beroep op haar verschoningsrecht.
Waardering verklaring verdachte
De rechtbank acht de verklaring van verdachte wel concreet, min of meer verifieerbaar en niet op voorhand hoogst onwaarschijnlijk. Verdachte heeft concreet twee personen aangewezen van wie hij geld heeft ontvangen. Hij heeft tevens een specifieke bestemming voor het geldbedrag (het starten van een klusbedrijf) genoemd, die de rechtbank niet onaannemelijk voorkomt. Het kopen van een auto waar je kind vervolgens (vaak) in gaat rijden is volgens de rechtbank ook niet ongebruikelijk.
Onderzoek OM
Uit onderzoek van het OM naar de verklaring is gebleken dat de vriend waar verdachte naar verwijst in 2018 schade-uitkeringen heeft ontvangen van een verzekeringsmaatschappij van in totaal € 415.000, evenals een bedrag van € 43.502,60 van het Ministerie van Veiligheid en Justitie. Ook heeft hij in 2018 aanzienlijke geldbedragen contant opgenomen, wat betekent dat de vriend in het bezit is geweest van voldoende middelen om verdachte daadwerkelijk een lening in contanten te kunnen verstrekken. Verder volgt uit een uittreksel van de KvK dat verdachte in 2020 een klusbedrijf is gestart, vóór de doorzoeking. De moeder van verdachte heeft verklaard dat zij de auto heeft betaald met geld van een ontslagpremie van UWV. Uit het financiële onderzoek is gebleken dat op haar bankrekening in 2019 € 46.409,71 van het UWV is bijgeschreven. Ook blijkt uit het onderzoek dat het mogelijk is dat zij het geld voor de aankoop van de auto contant voorhanden heeft gehad.
Oordeel rechtbank
Gelet op het onderzoek van het Openbaar Ministerie, is de rechtbank van oordeel dat niet kan worden geconcludeerd dat het niet anders kan zijn dan dat de voorwerpen uit enig misdrijf afkomstig zijn. Hoewel er zeker ook vraagtekens zijn te plaatsen bij de hele gang van zaken omtrent de mondelinge leningsovereenkomst met de vriend van verdachte en de koop, het gebruik en de tenaamstelling van de auto, kan niet met voldoende zekerheid worden uitgesloten dat het geldbedrag en de auto een legale herkomst hebben. Daarbij hecht de rechtbank met name waarde aan het gegeven dat uit onderzoek is gebleken dat zowel de vriend als verdachtes moeder de financiële mogelijkheid hebben gehad om het geld (voor de auto) feitelijk aan verdachte te verstrekken. Daarom volgt vrijspraak.
In stappenplan zaken moet een legale herkomst worden uitgesloten. Volgens de rechtbank is hier nog ruimte voor een (mogelijke) legale herkomst. Het is onduidelijk hoe de rechtbank weegt dat het aangetroffen geld bij verdachte niet herleidbaar is tot het opgenomen geld door de vriend. In eerdere jurisprudentie is geoordeeld dat op geldstroomniveau inzichtelijk moet worden gemaakt wat de herkomst van het geld is waar de verdenking betrekking op heeft. Zie ECLI:NL:HR:2014:3687 en ECL:NL:HR:2019:1137 en ECLI:NL:GHAMS:2019:4348, samengevat door het AMLC hier (Hof) en hier (Hoge Raad) te lezen. De beoordeling van de verklaring is erg afhankelijk van de specifieke casus.
Of de verdachte pas voor het eerst heeft verklaard twee jaar na de inbeslagname van het geld is op basis van het vonnis niet duidelijk. Dat is relevant omdat het in een laat stadium afleggen van een verklaring wordt betrokken bij de waardering van de verklaring (zie bijv. ECLI:NL:GHARL:2021:3193).
Tot slot is relevant dat de uitgifte van 500 euro biljetten sinds 2019 is stopgezet. Blijkbaar was het geld hier al eerder (eind 2018) opgenomen. Een verklaring dat 500 euro biljetten zijn gepind na 2019 is op voorhand hoogst onwaarschijnlijk.