Ga direct naar de inhoud Ga direct naar de footer

In de spotlight: onderzoek Highland – facilitator witwassen

Door: AMLC/FIOD

Rechtbank Amsterdam 21 februari 2025, ECLI:NL:RBAMS:2025:1117

Onlangs deed de rechtbank Amsterdam uitspraak in een mooi FIOD-onderzoek: onderzoek Highland. Hierbij werd de eigenaar van twee bedrijven in Nieuw-Vennep samen met drie medeverdachten (een medewerker, een chauffeur en een zakenrelatie uit Hongarije) en de twee rechtspersonen veroordeeld. De organisatie faciliteerde criminelen door op grote schaal crimineel contant geld wit te wassen met gebruik van dekmantelbedrijven. Een interessante zaak, die we dan ook wat uitgebreider bespreken.

Inleiding

Onderzoek Highland werd opgestart naar aanleiding van rest-informatie uit een eerder onderzoek waarin een verdachte van ketaminehandel miljoenen had weggesluisd via het Nieuw-Vennepse bedrijf. Het vermoeden was dat niet alleen de ketaminehandelaar, maar veel meer criminelen deze witwasroute gebruikten. Gedurende het onderzoek werd, naast het plaatsen van camera’s en geluidsapparatuur, ook een undercovertraject ingezet. Twee undercoveragenten namen contact op met het bedrijf met het verzoek een groot geldbedrag wit te wassen. Het bedrijf hapte toe. De eigenaar, verdachte, legde uit dat het geld voor een proeftransactie van € 50.000 via een zakelijke bankrekening van een logistiek bedrijf uit Azië naar de Canadese bankrekening van de undercoveragent zou worden overgemaakt. Dat het geld van ‘grey stuff’ afkomstig was, zou geen probleem zijn. Verdachte vertelde de undercoveragent dat hij al heel lang in deze business zat, en dat hij veel zaken deed met Colombianen die ‘in de blokken’ zaten en contant geld naar hem brachten.

Op enig moment besloot justitie in te grijpen waarna onder meer doorzoekingen in het bedrijfspand en de woning van de hoofdverdachte volgde. Hierbij werden grote contante geldbedragen aangetroffen.

Witwasmethodieken

Tijdens het onderzoek kwam steeds meer zicht op hoe de organisatie precies werkte. Criminele klanten leverden grote sommen contant geld aan bij het bedrijfspand in Nieuw-Vennep. Dit gebeurde vaak in tassen vol bankbiljetten. Hierbij werd een tokensysteem (5-eurobiljet) gehanteerd.

Vervolgens gebruikte de organisatie de volgende witwasmethodieken:

  • Cash to crypto, waarbij contant geld werd aangenomen en omgezet naar cryptocurrencies zoals USDT’s, met als voordeel dat dit binnen enkele minuten gerealiseerd en wereldwijd overgeboekt kon worden;
  • Cash to cash, waarbij de ene partij grote sommen contant geld bij het bedrijfspand afleverde en een andere partij die behoefte had aan cash grote sommen geld ophaalde;
  • Trade based money laundering, waarbij er in Nederland goederen werden gekocht die populair zijn in China, bijvoorbeeld babymelkpoeder. Deze werden vervolgens verscheept om in China weer te worden verkocht. Met deze opbrengt werden goederen gekocht die in Colombia populair zijn, zoals generatoren, televisies en huishoudelijke apparaten. Deze goederen werden op hun beurt weer verscheept naar en verkocht in Colombia;

Zie in dit kader ook ons kennisdocument over Daigou; het gebruik van criminele netwerken van de handel in goederen naar China, om zo waarde te verplaatsen.

  • Business to business. Nadat het geld in Nieuw-Vennep geteld was, werd het opgehaald en met geprepareerde busjes naar Hongarije gebracht (waar doorgaans minder scherp toezicht is dan in Nederland)​. In Hongarije werd het contante geld op lokale bankrekeningen gestort met hulp van een corrupte bankmedewerker die door de organisatie was omgekocht​. Het geld ging vervolgens naar Chinese bankrekeningen en werd daarna via in China wonende contactpersonen weer doorgesluisd naar de bankrekeningen van de criminele klanten.

    Dankzij deze route was het mogelijk dat bijvoorbeeld Colombiaanse drugshandelaren dezelfde dag dat zij hun euro’s in Nederland afgaven, de tegenwaarde in renminbi op een Chinese bankrekening zagen verschijnen​. Verdachte bevestigde dat dit een vaste constructie was die ze gebruikten om de Colombianen direct goederen in China te laten kopen.

    Een zelfde soort witwasroute verliep via Polen. Via WeChat besprak verdachte met zijn contactpersoon dat er ‘veel cash’ in Nederland lag en informeerde wat de mogelijkheden waren. De contactpersoon gaf aan dat er per dag geen limiet was aan het volume – bedragen van 10, 50 of 100 ‘stuks’ (€ 10.000 per stuk, dus tot wel €1 miljoen) vormden geen probleem. Er werd afgesproken dat de Chinese tegenpartij eerst het equivalent in renminbi naar een door verdachte opgegeven rekening zou overmaken, waarna de contante euro’s zouden worden overgedragen aan de Poolse contacten. Deze werden vervolgens giraal gemaakt, opgesplitst, en overgemaakt naar meerdere Chinese particuliere bankrekeningen. Er werden screenshot-bewijzen van de uitgevoerde overboekingen verstuurd als bewijs van ontvangst​.

    De route via Hongarije en Polen werd pas ingezet toen het giraal maken in Nederland niet meer lukte omdat er vragen werden gesteld door de bank. In eerste instantie werd er contant geld op de bankrekening van een van de Nieuw-Vennepse bedrijven gestort. Hiervan werd door de bank melding gedaan bij de FIU-Nederland nu de herkomst van het geld voor de bank niet duidelijk was, er coupures van € 500 werden gestort, en contanten niet gebruikelijk zijn in de betreffende branche.

    De route via Hongarije/Polen werd ingezet voor grote bedragen. Voor kleinere bedragen zoals de proeftransactie van € 50.000 van de undercoveragenten, werd een Nederlandse BV gebruikt. Het geld van de proeftransactie werd in twee keer ontvangen op de door de undercoveragent opgegeven Canadese bankrekening. Om de geldstroom te legitimeren werden valse facturen in de boekhouding opgenomen.

    Voor het witwassen rekende de organisatie een provisie van 6-10%, afhankelijk van de precieze route.

Vonnis

Uit het dossier blijkt niet uit welk specifiek grondmisdrijf het contante geld afkomstig is. De rechtbank past daarom het stappenplan toe. In de WeChat-gesprekken wordt veel gecommuniceerd over het in ontvangst nemen van grote geldbedragen en het overhandigen daarvan aan derden. Het gaat over tienduizenden tot honderdduizenden euro’s waarbij veelal wordt gesproken over ‘stuks’. Er wordt eveneens gecommuniceerd over ‘iets’ en ‘dingen’ en over tokens. Uit de gesprekken komt verder naar voren dat er miljoenen euro’s naar Chinese bankrekeningen worden overgeboekt. Verder wordt er niet gecommuniceerd over enige legale tegenprestatie of verplichting.

Het overdragen van grote contante geldbedragen is op zichzelf al een indicatie dat geld uit misdrijf afkomstig is. Daarbij komen de volgende kenmerken die duiden op criminele geldstromen:

  • er wordt gecommuniceerd door middel van versluierd taalgebruik. De bedragen worden niet gespecificeerd maar uitgedrukt in ‘stuks’, ‘iets’ of ‘dingen’;
  • identiteiten worden niet bekend gemaakt. Personen worden aangeduid met namen als ‘de Duitser’, ‘de Westerling’ of ‘de Enping-man’;
  • er is niet gebleken van een administratieve verantwoording en evenmin is gebleken dat sprake was van een redelijk bedrijfseconomisch doel;
  • het is ongebruikelijk dat zakelijke betalingen worden overgeboekt via Chinese privérekeningen.

Gelet op voornoemde omstandigheden is er sprake van een vermoeden van witwassen, zodat van verdachte mag worden verwacht dat hij een min of meer verifieerbare, niet op voorhand hoogst onwaarschijnlijke verklaring over de legale herkomst van het geld geeft. Verdachte heeft geen verklaring afgelegd; hij heeft zich beroepen op zijn zwijgrecht. De raadsman heeft nog gesteld dat de werkwijze een onderdeel is van een normale (bonafide) bedrijfsvoering, maar dat is op geen enkele wijze concreet gemaakt en vindt nergens enige ondersteuning in. Hierbij komt nog dat verdachte aan de undercoveragenten uitgebreid heeft verteld over deze methode van witwassen. Geld uit 'grey stuff' is voor verdachte geen probleem en hij zit al jaren in deze business.

De rechtbank komt tot de conclusie dat het niet anders kan zijn dan dat de overgeboekte bedragen van misdrijf afkomstig zijn en dat verdachte hier (op zijn minst genomen) voorwaardelijk opzet op heeft gehad.

De organisatie van verdachte voorzag in de behoefte van criminelen en criminele organisaties om buiten het zicht van de overheid zaken te doen, criminele transacties uit te voeren en crimineel geld weer legaal te doen lijken. Gelet op de omvang van de witgewassen bedragen kan het niet anders dan dat de klanten van verdachte zich bij (de overdracht van) deze bedragen bezighielden met ernstige vormen van georganiseerde criminaliteit, zoals (georganiseerde) drugshandel, wapenhandel en mensenhandel.

Door het witwassen van criminele winsten werd deze onderliggende (zware) criminaliteit in stand gehouden en gefaciliteerd. Uit misdrijf verkregen gelden kregen door verdachte een schijnbaar legale herkomst, waarna de plegers van het misdrijf vrijelijk over het geld konden beschikken in de legale economie. De vermenging van illegale- en legale geldstromen zorgt voor ontwrichting van het economische en financiële verkeer. Verdachte heeft ervoor gezorgd dat dit ondermijnende systeem in stand werd gehouden. Daarnaast worden witgewassen gelden weer gebruikt ter financiering van andere misdrijven.

De hoofdverdachte wordt veroordeeld tot negen jaar gevangenisstraf voor onder meer witwassen en ruim acht jaar leiding geven aan een criminele organisatie. Daarnaast was hij ook actief in de wereld van de synthetische drugs; zo is er een grote hoeveelheid MDMA en grondstoffen voor xtc en speed aangetroffen.

De vonnissen zijn nog niet onherroepelijk.

Deel deze pagina