Ga direct naar de inhoud Ga direct naar de footer

Illegale onderhuur van woningen

Rechtbank Noord-Nederland, 13 januari 2025, ECLI:NL:RBNNE:2025:65

In deze zaak maakt de verdachte volgens de rechtbank misbruik van de kwetsbare positie van verschillende vrouwen. De verdachte bood gehuurde woningen aan voor onderhuur als werkplek. Daarnaast heeft deze verdachte de woningen door oplichting kunnen huren. Hoe werkt dit door in het delict witwassen?

In deze zaak verhuurde de verdachte enkele, door hemzelf gehuurde, woningen voor €100 per dag onder. Hij verhuurde deze woningen aan vrouwen die werkzaam waren in de illegale prostitutie. Verdachte was bekend met de werkzaamheden van de vrouwen en benaderde hen doelgericht via websites om een werkplek aan te bieden in een van de woningen die hij had gehuurd. De rechtbank oordeelt hier dat er sprake is van een uitbuitingssituatie en dus van mensenhandel. Dit oordeel volgt uit de combinatie van prostitutiewerkzaamheden, het gebruiken van enig dwangmiddel (onder meer het misbruiken van de kwetsbare positie van de vrouwen) en financieel gewin bij de verdachte. Daarnaast maakt de verdachte zich schuldig aan mensensmokkel door de vrouwen van een verblijfplaats te voorzien, terwijl zij wederrechtelijk in Nederland verbleven.

Een ander relevant punt is dat de verdachte de huurwoningen die hij onderverhuurde heeft verkregen door vervalste documenten te gebruiken, oftewel via oplichting. De verdachte heeft de geinde huurpenningen, €45.485, gebruikt voor het betalen van de kosten van de huurwoningen, maar ook voor leuke dingen. De rechtbank oordeelt dat de huurpenningen voortkomen uit enig eigen misdrijf. De verdachte heeft de woningen kunnen huren door de wederpartij op te lichten en heeft daarnaast de huurpenningen ontvangen door zich schuldig te maken aan mensensmokkel en mensenhandel. Door de contante huurpenningen te storten, giraal te maken en vervolgens te gebruiken heeft de verdachte de bedragen niet enkel voorhanden gehad maar heeft hij deze ook omgezet/gebruikt.

Naast de huurpenningen heeft de verdachte in zo’n twee jaar tijd een bedrag van €41.395 ontvangen van buitenlandse rekeningen met onduidelijke transactieomschrijvingen. Het is niet duidelijk geworden waar deze betalingen voor bedoeld waren, de rechtbank stelt dan ook vast dat deze betalingen niet zijn gedaan wegens legale werkzaamheden van de verdachte. De verdachte heeft immers ook een eenmanszaak met een bankrekening waar wel gebruikelijke transacties op binnenkomen. De verdachte heeft zich ten aanzien van de buitenlandse overboekingen gebaseerd op zijn zwijgrecht, waardoor er geen tegenwicht is gegeven tegen het vermoeden van witwassen.

De verdachte wordt veroordeeld voor het witwassen van de huurpenningen en het geldbedrag van €41.395. Daarnaast oordeelt de rechtbank dat er gezien de lange pleegperiode en het aantal stortingen/overboekingen sprake is van een gewoonte.

Deel deze pagina