Fictief salaris
Publicatiedatum 02-03-2018, 9:04 |
Een vrouw (verdachte) en een man (medeverdachte) die een gezamenlijke huishouding voeren worden beiden verdacht van het witwassen van €428.363. Alleen de man wordt veroordeeld voor opzetwitwassen. De rechtbank stelt vast dat slechts van een beperkt aantal (contante) geldbedragen kan worden vastgesteld dat verdachte (de vrouw) die voorhanden heeft gehad. Uit informatie van de Belastingdienst blijkt dat verdachte over 2014 en 2015 looninkomsten had van twee bedrijven. In totaal is een nettobedrag van €48.963 overgemaakt naar verdachte haar bankrekening. De officier van justitie stelt dat het salaris fictief is en dat de man van verdachte criminele gelden aan de bedrijven heeft betaald om deze vervolgens als salaris uit te laten betalen aan verdachte. Zowel verdachte als de eigenaar van één van de bedrijven (bedrijf X) hebben zich op vragen naar de werkzaamheden van verdachte beroepen op hun zwijgrecht. Hier komt bij dat er tijdens de doorzoeking van verdachte haar woning een schuldbekentenis werd gevonden waarin staat dat de eigenaar van bedrijf X een bedrag van €50.000 heeft geleend van verdachte. De betaling hiervan is niet op de bankrekening teruggevonden en is dus kennelijk contant gedaan. Verdachte heeft verklaard niet op de hoogte te zijn van de schuldbekentenis. Ook de eigenaar van het andere bedrijf is gehoord maar heeft niet willen zeggen wat verdachte precies voor werkzaamheden heeft verricht. Bij de administratiekantoren van het bedrijf is informatie opgevraagd over verdachte maar zij kenden haar niet. Tot slot is het zo dat als de dienstverbanden kloppen, verdachte twee fulltime banen naast elkaar zou hebben gehad. Op grond hiervan is de rechtbank van oordeel dat sprake is geweest van een fictief dienstverband, waarmee is geprobeerd om de werkelijke herkomst van het geld te verhullen. De rechtbank acht niet bewezen dat verdachte wist van de criminele herkomst, maar wel dat zij dit redelijkerwijs had moeten vermoeden. Zij wist dat de dienstverbanden fictief waren omdat zij salaris ontving, zonder daar iets voor te hoeven doen. Dit maakt dat zij onderzoek had moeten verrichten naar de herkomst van de geldbedragen. Verdachte wordt daarom veroordeeld voor het schuldwitwassen van €48.963.
Rechtbank Midden-Nederland, 22 januari 2018