Digitale identificatieprocedure Wwft
Publicatiedatum 23-02-2023, 16:43 |
Rechtbank Amsterdam 11 januari 2023, ECLI:NL:RBAMS:2023:145
Creditcardmaatschappij ICS vraagt in het kader van de Wwft een klant om identificatie. ICS heeft daarvoor een digitale procedure waarbij de klant een foto van zijn of haar onbeschreven ID-bewijs moet uploaden. Deze zaak gaat over de vraag of die digitale procedure is toegestaan. Heeft de klant recht op fysieke (i.p.v. digitale) identificatie en overlegging van een beschreven kopie van het ID-bewijs?
De rechtbank oordeelt van niet. De verplichtingen tot identificatie en verificatie vloeien voort uit de Wwft, maar de Wwft schrijft niet voor hoe de instelling het ID-bewijs moet verifiëren. Dat een identificatie op afstand of langs elektronische weg kan plaatsvinden, vindt zijn grondslag in artikel 13 van Richtlijn (EU) 2018/843 en artikel 4 lid 1 sub h van de Uitvoeringsregeling. Het gebruik van elektronische identificatiemiddelen wordt ook vermeld in de Leidraad Wwft en Sanctiewet van de AFM van 19 oktober 2020. Hieruit volgt dat het instellingen vrij staat om innovatieve oplossingen te bedenken voor de verificatie van de identiteit van cliënten. Er is kortom geen recht op fysieke identificatie.