Belastingaangifte als verhullingshandeling
Publicatiedatum 13-12-2017, 10:52 |
In casu is sprake van fraude met zorgkosten. Er werden valse facturen opgemaakt waardoor meer uren in rekening werden gebracht dan dat er zorg was geleverd. De geldbedragen die op de bankrekening van de betreffende zorgaanbieder werden gestort bestonden voor een substantieel deel uit betalingen die van dit misdrijf afkomstig zijn. Vanaf de bankrekening zijn door verdachte (bestuurder van de zorgaanbieder) betalingen gedaan ten behoeve van de aanschaf van een huis en een auto. Nu deze aankopen (in elk geval deels) zijn gefinancierd met uit misdrijf verkregen gelden en niet meer valt na te gaan of en zo ja in welke mate daarbij vermenging met legaal verkregen gelden heeft plaatsgevonden, concludeert het hof dat sprake is van witwassen. Verdachte heeft aangevoerd dat er ook inkomstenbelasting is afgedragen over de teveel gefactureerde uren. Volgens het hof is de fiscale opgave van die inkomsten aan te merken als een verhullingshandeling die strafbaar is gesteld als witwassen. Het standpunt dat sec het doen van belastingaangifte de zogenaamde inkomsten een legale schijn geeft en dus witwassen oplevert, is voor discussie vatbaar. Zeker gezien het in de fiscaliteit geldende begrip ‘fiscale neutraliteit’: voor inkomstenbelasting is in beginsel niet van belang of de inkomsten zijn behaald met strafbare feiten (zie o.a. ECLI:NL:PHR:2007:BA1113 met verwijzing naar HR 20 juni 1951). In deze casus lijkt echter sprake te zijn van een grotere verhullingsconstructie die nauw samenhangt met de fraude; er worden facturen voor niet-verrichte zorg opgemaakt, die facturen worden opgenomen in de boekhouding, en de daarmee gegenereerde inkomsten worden opgegeven bij de Belastingdienst. Hierbij wordt door meer partijen samengewerkt. Resteert de vraag of ten laste leggen van witwassen in zaken als deze, waarbij het witwassen zo nauw verweven is met het gronddelict, toegevoegde waarde heeft.
Gerechtshof Den Haag, 15 september 2017