Beëindiging bankrelatie Yin Yang
Publicatiedatum 20-02-2020, 9:34 |
Gerechtshof Amsterdam 21 januari 2020, beëindiging bankrelatie (hoger beroep kort geding): ECLI:NL:GHAMS:2020:121
Eind 2016 heeft de politie een inval gedaan op een saunaclub, een onderdeel van Yin Yang c.s. waarbij onder andere drugs, contant geld en wapens zijn aangetroffen. Op grond van de Opiumwet heeft de burgemeester de sluiting van de saunaclub voor 12 maanden gelast. Dit ging gepaard met de nodige media-aandacht. Yin Yang had een betaalrekening bij de ING en een overeenkomst ‘verpakt afstorten’, zodat Yin Yang het door haar ontvangen contante geld kon storten bij de ING. Maar door het nieuws rond het strafrechtelijk onderzoek naar Yin Yang in combinatie met het risico rond contanten, was ING bang dat de betaalrekening van Yin Yang betrokken zou (kunnen) zijn bij het witwassen van geld. Gelet daarop heeft de bank Yin Yang bericht dat haar betaalrekening en de overeenkomst ‘verpakt afstorten’ zouden worden opgezegd. Over de vraag of ING dit mocht doen is veelvuldig geprocedeerd, en we hebben hier in een eerdere nieuwsbrief al uitgebreid aandacht aan besteed (lees hier meer).
In de huidige zaak is hier opnieuw over geoordeeld door het hof. Het hof concludeerde dat ING de saunaclub Yin Yang mag weigeren contant geld te laten afstorten, omdat de contractsvrijheid van ING volgens het hof niet zover mag worden ingeperkt dat ING verplicht zou kunnen worden om Yin Yang in staat te stellen een rendabel ontmoetingscentrum te exploiteren. Bovendien mag ING zich erop beroepen dat haar witwasbeleid strenger is geworden. ING mag Yin Yang niet weigeren als klant, omdat Yin Yang zonder bankrekening geen bedrijf kan exploiteren of kan deelnemen aan het maatschappelijk verkeer. Aan een bankrekening zonder faciliteiten om contant geld te storten is een minder groot risico op witwassen verbonden, aldus het hof.