Poging tot witwassen

Publicatiedatum 19-02-2020, 9:19 | Jurisprudentie

Rechtbank Rotterdam, poging tot witwassen: ECLI:NL:RBROT:2020:215
In deze zaak werd de verdachte veroordeeld wegens een poging tot witwassen en dat zien we niet vaak. De verdachte was met zijn auto naar Rotterdam gereden en hij had op zijn navigatiesysteem de bestemming waar hij is aangehouden ingevoerd. Hij parkeerde zijn auto, waarna de medeverdachte met een sporttas met daarin een contant geldbedrag van € 680.000,- aan kwam lopen. De verdachte stapte uit en ging bij de medeverdachte staan bij de achterkant van de auto. Vervolgens haalde de verdachte allerlei voorwerpen uit zijn auto die hij op straat legde. De medeverdachte stond naast hem en keek toe. Daarna heeft de verdachte de bodemplaat van de kofferbak en het reservewiel uit de auto getild, waarbij de medeverdachte bleef toekijken. Op enig moment zette de medeverdachte de sporttas op de grond bij de spullen uit de kofferbak. Daarop zijn verdachte en medeverdachte aangehouden. Gebleken is dat de auto van de verdachte was voorzien van een op zeer professionele wijze ingebouwde verborgen ruimte in de kofferbak. De vraag die in deze zaak voorligt is of de verdachte zich schuldig heeft gemaakt aan witwassen of een poging daartoe. De rechtbank overweegt dat er geen sprake is van witwassen, omdat de sporttas niet feitelijk aan de verdachte is overgedragen en hij de tas dus niet heeft verworven of voorhanden heeft gehad. De sporttas bevond zich immers enkel in de nabijheid van de verdachte, waardoor hij er geen zeggenschap over had.  Hierdoor was er geen sprake van een voltooide witwashandeling. De volgende vraag, of er sprake is van een poging tot witwassen, wordt door de rechtbank bevestigend beantwoord. Het voornemen van de verdachte om de sporttas in ontvangst te nemen is volgens de rechtbank door een begin van uitvoering geopenbaard. De bedoeling van de verdachte om de sporttas met het geld van medeverdachte aan te nemen en de tas in de verborgen ruimte in zijn auto te vervoeren leidt de rechtbank af uit de feiten en omstandigheden zoals hierboven genoemd.