Ga direct naar de inhoud Ga direct naar de footer

Veroordeling functioneel dader gewoontewitwassen in Hawala-zaak

De verdachte heeft verschillende ‘medewerkers’ aangestuurd bij het zogenaamde Hawala-bankieren. Het ging hierbij om een tweetal koeriers en een tweetal dat administratieve handelingen verrichtte. De rechtbank veroordeelt de man als functioneel dader voor de hem ten laste gelegde feiten: gewoontewitwassen, alsmede opzettelijke overtredingen van de Wet op het financieel toezicht en van de Wet inzake de geldtransactiekantoren. De raadsman kwam met het verweer dat de verdachte geen wetenschap had over de criminele herkomst van de gelden. Het feit dat de verdachte optrad als informele bankier – een zogenoemde “Hawala-bankier” – is onvoldoende om daaraan een gerechtvaardigd vermoeden te ontlenen dat de verdachte zich bezig hield met (gewoonte)witwassen, aldus de raadsman.

De rechtbank is het met de raadsman eens dat Hawala-bankieren niet hetzelfde is als witwassen. Als informeel systeem om geld over te boeken vervult Hawala-bankieren traditioneel binnen bepaalde etnische groepen een functie. Maar hier gaat het ten eerste niet om het overboeken maar om het transporteren van contant geld. De twee koeriers vervoerden regelmatig contant geld vanuit Duitsland naar Nederland. Dit geld werd opgehaald bij Duitse kledingbedrijven die werden gerund door Chinezen. De verdachte zelf is net als de twee koeriers van Indiase origine. Daarbij geeft de rechtbank aan dat het vervoer van dit geld niet logisch is gezien de kosten en risico’s en het feit dat het Europese bancaire systeem veilig en kostenefficiënt is. Op basis hiervan is er volgens de rechtbank sprake van een vermoeden van witwassen.

Daarbij had de verdachte als betaaldienstverlener een vergunning moeten aanvragen bij de Nederlandsche Bank. Ook heeft hij geholpen geldstromen te onttrekken aan het zicht van de overheid en zo belastingfraude gefaciliteerd. Omdat de identiteit van de begunstigden en opdrachtgevers niet kon worden vastgesteld is nader onderzoek naar de herkomst onmogelijk. Het kan niet anders dan dat de verdachte door zijn koeriers gelden verworven en voorhanden heeft gehad die geheel of gedeeltelijk, middellijk of onmiddellijk, afkomstig waren van enig misdrijf.

Je ziet in deze uitspraak dat de rechtbank kijkt naar punten waarop het traditionele Hawala bankieren afwijkt van ondergronds bankieren ten behoeve van criminele geldstromen.

Rechtbank Rotterdam, 21 december 2015

ECLI:NL:RBROT:2015:9508

Deel deze pagina