Verklaring verdachte
Publicatiedatum 27-01-2025, 14:25
Rechtbank Amsterdam, 5 december 2024, ECLI:NL:RBAMS:2024:8479
In het stappenplan witwassen moet de rechter op enig moment beoordelen of er sprake is van een concrete, verifieerbare en niet op voorhand hoogst onwaarschijnlijke verklaring.
In deze uitspraak maakt de rechtbank nog eens duidelijk dat de verdachte niet alleen dient te verklaren dat er een legale inkomstenbron is, maar ook hoe die bron van inkomsten uiteindelijk heeft geleid tot de tenlastegelegde geldbedragen.
“De opgegeven legale inkomsten zien grotendeels op inkomsten gegenereerd uit afgesloten geldleningen en opgenomen geldbedragen van creditcards in de periode van 2016 tot 2018. Niet is vast komen te staan dat dit geleende geld het geld is dat bij verdachten op 18 mei 2019, en daarmee geruime tijd later, in contanten is aangetroffen. De door verdachten opgegeven inkomstenbronnen verklaren evenmin de op die datum aangetroffen geldbedragen. Verdachte heeft aangegeven salaris te ontvangen van zijn werk als schoonmaker. Dit inkomen is echter te summier om de omvang van de tenlastegelegde geldbedragen te kunnen ondervangen. Uit onderzoek naar bankrekeningnummer […] van verdachte is immers gebleken dat hij tot de dag van de aanhouding een salaris van € 7.289,83 heeft ontvangen van zijn werkgever. Daarnaast zou hij opbrengsten hebben ontvangen door het verkopen van twee auto’s. Deze auto’s zijn echter pas na 18 mei 2019 verkocht en kunnen daarom niet de aangetroffen geldbedragen verklaren. Uit de door verdachte overgelegde stukken blijkt verder dat hij een woning heeft gekocht in de zomer van 2015 in Venezuela, maar niet dat hij deze woning in juli 2017 daadwerkelijk heeft verkocht. Ook hieruit worden de aangetroffen contante geldbedragen dus niet verklaard.(…) Van verdere inkomsten van [medeverdachte] is niet gebleken.”