Rusland en Verdachte Transacties
Publicatiedatum 20-12-2022, 16:10 |
Door: Joris Rozemeijer (AMLC)
Rusland is op 24 februari 2022 Oekraïne binnengevallen. Deze ‘speciale militaire operatie’ van Rusland heeft gezorgd voor een hele reeks aan EU sancties. In maart 2022 heeft de FIU een oproep gedaan aan de meldende instellingen in hun rol als poortwachters om ongebruikelijke transacties die verband houden met dit conflict te melden onder vermelding van ‘#conflict2022’.
Het AMLC maakt kwartaalrapportages over verdachte transacties met diverse statistische analyses. In de AMLC kwartaalrapportage over het tweede en derde kwartaal van dit jaar valt op dat Rusland in de top staat als het gaat om herkomstland en bestemmingsland van gemelde verdachte transacties.
Het AMLC en de FIOD zien en beoordelen heel veel verdachte transacties. Wat zien wij daar nu in en wat kan van belang zijn voor melders van ongebruikelijke transacties? In dit artikel wordt een terugkoppeling gegeven over de waarde voor de opsporing van de verdachte transacties van en naar Rusland en de verdachte transacties met de code ‘#conflict2022’.
Deze terugkoppeling zal bestaan uit algemene beelden over verdachte transacties gecombineerd met actualiteiten en regelgeving. Allereerst wordt ingegaan op sanctie gerelateerde FIOD onderzoeken met vervolgens aandacht voor dual-use goederen als invalshoek voor compliance onderzoek. Dual-use-goederen zijn producten, diensten en technologieën die zowel voor civiele als militaire doeleinden kunnen worden gebruikt. Daarna wordt ingegaan op andere thema’s die voortkomen uit de analyse van verdachte transacties, zoals transacties naar aanleiding van OCCRP publicaties, voorgenomen transacties van wisseldiensten in virtuele valuta en transacties met betrekking tot dekmantelorganisaties.
FIOD onderzoeken en sancties
Alleen al uit persberichten van de FIOD blijkt dat verdachte transacties een cruciale rol hebben gespeeld in de start van twee sanctie gerelateerde opsporingsonderzoeken. In maart 2022 is strafvorderlijk beslag gelegd ter hoogte van 137 miljoen euro naar aanleiding van een verdachte transactie. Daarnaast is op 27 november 2022 een man aangehouden die verdacht wordt van het overtreden van de Sanctiewet. De verdenking is dat in strijd met de handelsbeperkingen, als gevolg van sanctiemaatregelen, goederen aan Rusland zijn geleverd, die ook voor militaire doeleinden gebruikt kunnen worden. Ook in deze zaak is de aanleiding een verdachte transactie van FIU-Nederland, afkomstig van een bank.
Verdachte transacties zijn vertrouwelijk naar derden en informatie naar buiten brengen over verdachte transacties is complex. Deze perspublicaties maken het mogelijk om in dit artikel enkele beelden te delen die op de achtergrond gesteund worden door informatie uit verdachte transacties.
Eerst bevriezen dan ontwijken
De twee opsporingsonderzoeken zijn mooie voorbeelden die ook twee fasen expliciet maken. In de eerste fase van de EU-sancties staan vooral bevriezingen van tegoeden centraal (eerste FIOD zaak), waarna een fase volgt waarin sanctie-ontwijking centraler staat (tweede FIOD zaak). Het eindrapport van de Nationaal Coördinator Sanctienaleving en Handhaving in mei 2022 ziet vooral op de eerste fase van bevriezen. Dat rapport stelt dat er geen aanwijzingen zijn dat er bevriezingen van tegoeden gemist zijn. Voor iedereen is op dit moment duidelijk dat door de sancties bepaalde zaken niet meer mogen, een logisch gevolg is dat er altijd enkele (rechts)personen zijn die zich zullen richten op ontwijking van de sancties. Bijvoorbeeld door gebruik te maken van uitwijklanden.
De genoemde aanhouding van de FIOD in een sanctie-ontwijkingsonderzoek en ook een waarschuwing van de MIVD tekenen de huidige focus op sanctie-ontwijking (de tweede fase) waarbij vaak ook dual-use goederen in beeld komen. De MIVD brengt naar buiten dat de Nederlandse hightechsector onbewust technologie levert aan ‘dekmantelfirma’s’ die zijn opgericht door de Russische militaire inlichtingendienst om sancties te ontwijken. De FIOD zaak toont dat dit een reëel risico is. Dit reële risico wordt onderstreept door een recent persbericht waarin geschreven wordt over Nederlandse chips die in Iraanse drones zitten en gebruikt worden door het Russische leger. De MIVD benadrukt dat Nederlandse bedrijven en ondernemers (zoals de hightechsector) ook een verantwoordelijkheid hebben omdat hun producten zowel een civiele als militaire toepassing kunnen hebben (dual-use goederen). Later in het artikel ga ik nader in op dekmantelfirma’s, ook wel dekmantelorganisaties genoemd.
Ongebruikelijke transacties en dual-use goederen
Exporteurs van dual-use goederen zijn ook klanten van financiële instellingen. Wanneer financiële instellingen transacties uit Rusland ontvangen voor een exporteur, dan moet die financiële instelling nagaan of er geen sprake is van levering van dual-use goederen. Dit kan bijvoorbeeld blijken uit:
- de transactieomschrijving;
- de registratie in de Kamer van Koophandel;
- het compliance onderzoek bij on-boarding;
- door nader onderzoek op bijvoorbeeld de website van de exporteur;
- door een goederenlijst bij de exporteur op te vragen die verband houdt met de transactie.
Als er dual-use goederen worden geëxporteerd buiten de Europese Unie kan een financiële instelling stukken opvragen uit het ICP-dossier (zie tekstkader) van de exporteur, zoals een eindgebruikersverklaring of gegevens over de eindgebruiker. Als uit dit onderzoek onvoldoende blijkt dat er sprake is van gebruik voor enkel civiele doelen en/of als niet duidelijk is wie de eindafnemer is, dan moet een melding van een ongebruikelijke transactie aan FIU-Nederland volgen.
Uit de laatste alinea van het tekstkader blijkt al dat voor Rusland de regelgeving door de sancties nog strenger is en het exporteren van dual-use goederen per definitie verboden is. Zodoende is alleen al de constatering dat er sprake is van handel in een dual-use goed met Rusland reden voor een melding aan de FIU, ook als het om een voorgenomen of geweigerde transactie gaat.
In algemene zin zijn verdachte transacties die de opsporing ontvangt met betrekking tot dual-use goederen een aanleiding voor nader onderzoek. Dit soort specifieke meldingen met diepgaande achtergrondinformatie kunnen voor opsporing van groot belang zijn, juist ook als het gaat om geweigerde transacties die gemeld worden als voorgenomen ongebruikelijke transactie, zodat vroegtijdig een potentiële overtreding kan worden onderzocht en voorkomen.
De regels voor een exporteur van dual-use goederen vergen enige technische toelichting.
De exportregels voor dual-use goederen zijn vastgelegd in een Europese verordening. Om misbruik tegen te gaan, zijn dual-use goederen onderworpen aan strenge exportregels. Zo geldt in de EU een vergunningsplicht voor de uitvoer van strategische goederen (waaronder dual-use goederen) en, niet te vergeten, diensten. Bij een vergunningsaanvraag moet een eindgebruikersverklaring worden meegestuurd. Dit is een door de eindgebruiker ondertekend document waarin hij verklaart de goederen niet anders dan voor civiele doeleinden te gebruiken. Zo een eindgebruikersverklaring is onderdeel van het Internal Compliance Programme (ICP) voor exporteurs van strategische en sanctiegoederen. Naar aanleiding van het ICP moet een exporteur ook de eindgebruiker hebben gescreend en de eindgebruikersverklaring hebben geverifieerd.
De exporteur moet aan veel voorwaarden voldoen en zodoende een omvangrijk dossier hebben opgebouwd. Het belangrijkste van deze regelgeving is dat er geen export plaatsvindt die niet mag. Maar eenieder kan zich natuurlijk ook wel voorstellen dat een financiële instelling geïnteresseerd is in de details die in dit dossier zitten, in de hoofdtekst ga ik hier nader op in.
Tot slot, als het gaat om dual-use goederen, is het belangrijk te benoemen dat sinds 25 februari 2022 het per definitie verboden is om dual-use goederen te exporteren naar Rusland of voor gebruik in Rusland, ook als dit op indirecte wijze gebeurd.
Melding naar aanleiding van OCCRP publicaties
Na de beschrijving van twee FIOD onderzoeken en vervolgens een focus op dual-use goederen en verdachte transacties ga ik nu in op enkele andere opvallendheden in de geanalyseerde verdachte transacties met de meldcode ‘#conflict2022’ en verdachte transacties van en naar Rusland. Te beginnen met verdachte transacties die voortkomen vanuit ongebruikelijke transacties die de OCCRP publicaties als startpunt hadden.
Twee derde van de transacties in deze dataset zien op meldingen naar aanleiding van OCCRP publicaties uit 2019. Deze transacties zijn uitgevoerd in de periode 2013 t/m 2018 en zien op verhulde witwasstromen. Voor hoe deze meldingen tot stand komen verwijs ik naar een eerdere publicatie in deze nieuwsbrief. Dit zijn waardevolle verdachte transacties omdat ze inzicht geven in eerder gebruikte bedrijfsstructuren en offshore locaties. Tevens kunnen verdachte transacties op het vlak van sancties vaak gecombineerd worden met verdachte transacties naar aanleiding van OCCRP publicaties. Zo kan er een interessant gemeenschappelijk dossier met verschillende verdachte transacties worden opgebouwd.
Meldingen van wisseldiensten in virtuele valuta
Uit de overige één derde van de verdachte transacties komen ook andere fenomenen naar voren die ik wil noemen. Opvallend zijn tientallen voorgenomen verdachte transacties gemeld door wisseldiensten in virtuele valuta. In deze meldingen is te lezen dat om uiteenlopende redenen geen zakelijke relatie is aangegaan met personen die een link hebben met Rusland. Dit gebeurt bijvoorbeeld omdat er een vals bewijs van woonplaats is aangeleverd, of als er twee bewijzen voor woonplaats zijn aangeleverd met ieder een ander adres. Er wordt ook geen zakelijke relatie aangegaan als valse identiteitspapieren worden aangeleverd of als er sprake is van een hoog risico emailadres of telefoonnummer.
Meldingen over dekmantelorganisaties
Tevens valt op dat er een aantal aan Rusland gelinkte verdachte transacties zijn waar het woord round-tripping centraal staat, het rondpompen van geld zonder economisch motief. Round-tripping heeft nauwe aansluiting bij typologieën die reeds in 2001 zijn geformuleerd in de memorie van toelichting bij de invoering van witwassen in het Wetboek van Strafrecht. Kort samengevat zijn dat ‘handelingen die geen redelijk bedrijfseconomisch doel kunnen dienen’ en ‘het werken met dekmantelorganisaties’. Hieruit blijkt dat witwastypologieën ook relevant kunnen zijn voor de detectie van sanctie-ontwijking. Round-tripping is een term die in zwang is gekomen na de publicatie van de FinCEN Files. Opvallend is dat in de meldtekst van deze verdachte transacties genoemd wordt dat er niet gereageerd wordt op informatieverzoeken en dat een proces van offboarding loopt. Dat er een proces van offboarding loopt is overigens ook te lezen in de dual-use goederen verdachte transacties.
Dekmantelorganisaties spelen ook een rol bij het eigendom van jachten en vliegtuigen. In dat kader zijn enkele verdachte transacties terug te vinden van voor de EU-sancties in februari 2022, waarbij naar aanleiding van aankoop, onderhoud en/of diensten een melding wordt gedaan. In de meldtekst wordt als meldreden opgegeven dat er geen link is tussen de betalende partij en de (nu gesanctioneerde) eindgebruiker. Dergelijke verdachte transacties zijn er ook voor de huur van een taxi of limousine, de aankoop van juwelen of het huren van een vliegtuig. Dit zijn interessante meldingen, ten eerste omdat ze inzicht geven in rechtspersonen die kennelijk verbonden zijn aan (nu gesanctioneerde) eindgebruikers. Ten tweede omdat dit, ook al gaat het om een klein bedrag dat gemeld wordt, de FIU de mogelijkheid geeft om bij betrokken rechtspersonen een bevraging te doen. Zo kan een ‘kleine’ transactie een opstap zijn voor de FIU om een waardevol dossier bij een andere instelling op te vragen. Daarmee is een ‘lans gebroken’ voor de kleinere meldingen aan de FIU, omdat deze meldingen eigen onderzoek door de FIU mogelijk maken. Ten derde, omdat onder de huidige sancties dergelijke transacties zicht kunnen genereren op partijen die handel voeren met gesanctioneerden waarbij mogelijk sprake is van sanctie-ontwijking.
Afsluitend
In dit artikel staat beschreven dat twee recente sanctie gerelateerde strafzaken van de FIOD bewijzen dat verdachte transacties waardevol zijn en opgepakt worden. Hopelijk kunnen er in de toekomst nog meer onderzoeken starten naar aanleiding van goed gedocumenteerde verdachte transacties. Aandacht voor sanctie-ontwijking en de kans om in nader compliance onderzoek documenten ten aanzien van de export van dual-use goederen op te vragen heeft tot onderzoekwaardige verdachte transacties geleid. De andere uit de algemene analyse van verdachte transacties gedeelde fenomenen geven een terugkoppeling waaruit de waarde voor opsporing blijkt en die een aanmoediging zijn om ongebruikelijke transacties te blijven melden. Hierbij is het ultieme doel om verboden export te voorkomen en daarom zijn juist ook voorgenomen ongebruikelijke transacties zeer welkom.