Identificatieplicht bestaande cliënt van notaris
Publicatiedatum 18-07-2022, 15:09 |
Gerechtshof Amsterdam, 12 april 2022 (publicatie 29 april 2022) ECLI:NL:GHAMS:2022:1042
In deze zaak waarover wij eerder schreven (tussenbeslissing) gaat het om de vraag of de notaris heeft voldaan aan het Wwft cliëntenonderzoek.
Volgens de notaris is voldaan aan de identificatieplicht, omdat het gaat om een bestaande cliënte die al bekend was uit minimaal negen oudere dossiers. Verder voert de notaris aan dat hij jarenlang heeft samengewerkt met de advocaat van cliënt en dat hij weet dat deze advocaat voldoet aan de eisen van de Wwft. Uit een overgelegde e-mail van de advocaat blijkt dat hij de cliënt heeft geïdentificeerd en dat een kopie van het paspoort van cliënt was gevoegd bij de stukken die de advocaat aan de notaris heeft doen toekomen. Dit is niet weersproken door klaagster. Het hof oordeelt daarom dat de notaris aan zijn identificatieplicht heeft voldaan.
Afgeleide identificatie mag, maar uitgangspunt is dat een poortwachter verantwoordelijk blijft voor juiste identificatie en verificatie van de cliënt. In dit geval mocht de notaris op basis van art. 5 lid 1 sub a onder 1 Wwft vertrouwen op de identificatie van een andere poortwachter (de advocaat), omdat uit overgelegde stukken is gebleken dat de cliënt tijdig is geïdentificeerd door de advocaat, omdat de notaris zich daarvan tijdig heeft vergewist en hij de gegevens van de advocaat heeft ontvangen.