Leaks, bad press en transactie monitoring
Publicatiedatum 20-12-2021, 11:39 |
,Terugkoppeling verdachte transacties
Door: Joris Rozemeijer (AMLC) en Sonja Corstanje Maaskant (FIU-Nederland)
In dit artikel reflecteert het AMLC met de FIU-Nederland (FIU) in het kader van transactiemonitoring naar aanleiding van publicaties in de pers, op transacties die in het derde kwartaal van 2021 verdacht zijn verklaard.
Transactie monitoring
De Organized Crime & Corruption Reporting Project (OCCRP)[1] publicaties over de Russian en Azerbaijani Laundromat zijn van 2017 en zagen op activiteiten in de periode 2010 tot en met 2015. Hoe kan het dan dat deze publicaties nu nog een grote rol spelen in het meldgedrag van banken? De beantwoording van die vraag begint bij de wetgeving. In de Wwft staat namelijk dat een instelling onverwijld een ongebruikelijke transactie moet melden nadat het ongebruikelijke karakter van de transactie bekend is geworden.[2] Er kan dus ook jaren na een transactie een meldplicht ontstaan wanneer een instelling bekend raakt met negatieve publicaties.[3] Dit wordt ook wel ‘bad press’ genoemd en kan bijvoorbeeld gaan om publicaties naar aanleiding van de Panama Papers of de Pandora Papers door partijen zoals de OCCRP, maar het kan ook gaan om een krantenbericht. Een voorbeeld hiervan is een uitspraak van de Rechtbank Den Haag die vonnist dat een krantenartikel in het Financieel Dagblad over grootschalige frauduleuze praktijken bij faillissementen voor een notaris aanleiding had moeten zijn om te melden.[4] De levering van aandelen waar deze notaris bij betrokken was speelde een jaar voor het krantenbericht.
Het AMLC maakt meerdere analyse producten waaronder een kwartaal rapportage over VT’s. Opvallend in de AMLC kwartaalrapportage (Q3 ’21) is dat uit de verdachte transacties blijkt dat Letland op nummer 1 staat als herkomstland. In de meldteksten zijn in een ruime meerderheid van de VT’s de woorden OCCRP, laundromat, Russian en Azerbaijani te lezen. Als bestemmingsland komt Letland minder prominent naar voren. Dit sluit aan bij het beeld uit de Laundromats dat geld via Letland wegstroomt. De meeste VT’s zien op de jaren 2015, 2016 en 2017. De oudst gemelde transacties komen uit 2010. Dit sluit aan bij de actieve periode van de Russian en Azerbaijani Laundromats die loopt van 2010 tot en met 2015 en vervolgtransacties in de jaren nadien. Hoe kan het dat ‘bad press’ uit 2017 nu nog tot allerlei meldingen leiden?
Een van de banken rapporteert hierover in de meldtekst bij de VT’s. Die bank heeft naar aanleiding van de publicaties van de OCCRP over de Russian Laundromat en Azerbaijani Laundromat publicaties zeven risicovolle banken geïdentificeerd. Vervolgens heeft die bank transacties van haar klanten onderzocht met ‘non-resident accounts’ van die zeven banken. Deze eerste fase heeft in een eerder stadium tot vele meldingen aan de FIU-Nederland geleid. De meldingen die door deze bank in dit derde kwartaal zijn gedaan zien echter op een tweede fase. Nu is gekeken naar transacties met andere banken dan de zeven initieel geïdentificeerde banken. Er is gekeken naar non-resident accounts bij overige banken die aan één of meer van vier criteria voldoen. Of vijf criteria als je het gegeven dat het gaat om een non-resident account mee telt.
Bij het eerste criterium is gekeken of de tegenpartij die na de eerste fase van analyse op de Russian en Azerbaijani Laundromats in beeld is gekomen als rekeninghouder bij een van de zeven geïdentificeerde banken tevens een rekening heeft bij een andere bank. Bij het tweede criterium wordt wederom naar de tegenpartij gekeken en haar adres volgens het handelsregister. Onderzocht wordt of op grond van open bronnen dit adres gelieerd is aan de Russian en Azerbaijani Laundromats of andere misdrijven. Criterium drie beantwoordt de vraag of de tegenpartij geïncorporeerd is door (offshore) bedrijven die op grond van open bronnen onderzoek zijn gelieerd aan de Laundromats. Bij criterium vier wordt gekeken naar alle overige rechtsvormen (Ltd., AG, CORP, INC, LCC) en of deze tegenpartij is gevestigd in een van de 33 landen die voorkomen in Russian en Azerbaijani Laundromats, zoals Panama, Belize en Cyprus. Aan het eind van iedere afzonderlijke meldtekst worden de vier criteria met vermelding van een ‘ja’ of ‘nee’ weergegeven.
Al deze meldingen geven een beeld van geldstromen en betrokken partijen. Deze financial intelligence naar aanleiding van de verschillende ‘leaks’ zoals nu de Pandora-Papers of andere ‘bad press’ is van belang voor opsporend Nederland. Het is niet altijd even eenvoudig om naar aanleiding van de ‘leaks’ opsporingsonderzoeken[5] te starten. Dat komt onder andere omdat wanneer er een journalistiek artikel wordt gepubliceerd niet (of slechts deels) de achterliggende data wordt verstrekt. Soms verkrijgt de overheid die achterliggende data pas (veel) later. Informatie zoals die uit de verdachte transacties, van poortwachters afkomstig, is dan voor opsporing heel welkom.
Internationale samenwerking
De OCCRP heeft diverse publicaties uitgebracht waarbij Letse banken een rol speelden zoals de artikelen over de Russian Laundromat en de Azerbaijani Laundromat.
Meer dan 99% van de VT’s met Letland als herkomstland is gemeld door banken. Dat is an sich logisch omdat banken aan de basis staan van deze financiële transacties, maar toch vraag je je af waarom er niet meer VT’s zijn van bijvoorbeeld trustkantoren en andere dienstverleners. Zeker nu meer dan de helft van de ondernemingen die betrokken zijn bij deze transacties geen Nederlandse ondernemingen zijn maar ondernemingen uit Groot-Brittannië, Cyprus en de Maagdeneilanden. Tel daarbij op dat in de OCCRP-publicaties regelmatig over shell companies wordt geschreven en de manier waarop meldcriteria zijn opgesteld zoals in het voorbeeld in dit artikel; dan zou je redelijkerwijs kunnen veronderstellen dat ook andere poortwachters in staat zouden moeten zijn om transacties gelieerd aan de Laundromats te detecteren.
Internationale samenwerking en het opwerken van VT’s naar een strafrechtelijke verdenking heeft de aandacht van de FIU en opsporend Nederland. Een mooi voorbeeld is de International Financial Intelligence Taskforce (IFIT) rondom de Letse ABLV-bank. Een bank waarvan in 2018 naar buiten kwam dat deze betrokken zou zijn bij witwassen.
Er leek sprake te zijn van professioneel witwassen op een schaal die niet door één land opgepakt kon worden. Voor zover nu bekend betreft het 25 jurisdicties en lijkt er mogelijk voor miljarden te zijn witgewassen.[6] Vandaar dat in juli 2019 tijdens de Egmont Group Plenary in Nederland een taskforce werd opgericht onder leiding van de Letse FIU. Deze taskforce, waaraan ook de FIU-Nederland deelneemt, is bijzonder gezien het zeer specifieke, operationele karakter rondom transacties van één financiële instelling. In Nederland heeft deelname aan deze taskforce geleid tot meerdere dossiers met een groot aantal VT’s die gedeeld konden worden met de opsporing. Daarnaast is op basis van deze dossiers een samenwerking met het AMLC gestart om te onderzoeken hoe de resultaten en inzichten die voortkomen uit deze taskforce zo goed mogelijk benut kunnen worden[7].
Conclusie
Bijzonderheden in de VT kwartaal rapportage (Q3 ’21) hebben geleid tot een terugkoppeling die hopelijk andere poortwachters inspireert als het gaat om met terugwerkende kracht kijken en analyseren van transacties vanuit ‘bad press’ en deze te melden bij de FIU in geval ze als ongebruikelijk worden verondersteld. Tevens hebben wij in dit artikel beschreven hoe de overheid internationaal samenwerkt op onderhavige thema’s. Dit onderschrijft dat de overheid aandacht heeft voor deze VT’s en actief naar kansen voor een vervolg op die VT’s zoekt en, indien aanwezig, die ook uitwerkt.
[3] Nieuwe publicaties zijn niet de enige reden om jaren later alsnog te melden. Een nieuw inzicht in een link met het darkweb, nieuwe kennis in werkwijzen van criminelen, het kunnen allemaal redenen zijn die zorgen dan een transactie pas dan ongebruikelijk wordt. Zoals beschreven in hoofdstuk 3 van het jaaroverzicht 2020 van FIU-Nederland kunnen zulke meldingen zeer waardevol zijn, ook al betreffen het geen recente transacties.
[5] Brabants Dagblad; Door Panama Papers betrapte Veghelaar schuldig aan belastingfraude. 10 december 2020