Verkoop PGP-telefoons
Publicatiedatum 30-03-2021, 16:17 |
Rechtbank Den Haag, 7 januari 2021: ECLI:NL:RBDHA:2021:432
Rechtbank Den Haag, 1 november 2019: ECLI:NL:RBDHA:2019:14878
In beide zaken hebben de verdachten geld verdiend door producten aan criminelen te verkopen, namelijk; PGP-telefoons en Encrochat-abonnementen. In de uitspraken wordt op vergelijkbare wijze gesteld dat het een feit van algemene bekendheid is dat PGP-telefoons voor criminelen aantrekkelijk zijn om over strafbare feiten te communiceren.
De gemiddelde consument koopt namelijk geen PGP-telefoon omdat een PGP-telefoon duur is en een beperkte functionaliteit heeft. Het is enkel mogelijk om via deze telefoons berichten te versturen en te ontvangen. Voor criminelen zijn dergelijke telefoons met een Encrochat-abonnement juist wel aantrekkelijk omdat criminelen hiermee anoniem kunnen blijven en door middel van versleutelde berichten veilig met elkaar kunnen communiceren over criminele activiteiten. De via een PGP-telefoon verstuurde berichten konden lange tijd niet door de politie worden onderschept. In beide zaken is er geen rechtstreeks verband met een strafbaar feit.
In de zaak uit 2021 heeft de rechtbank bewezen geacht dat de verdachte voorbereidingshandelingen voor opiumdelicten heeft verricht. Daarnaast heeft de verdachte 266 Encrochat-abonnementen aan anderen verkocht. Het feit van algemene bekendheid over de PGP-telefoons met een Encrochat-abonnement en het feit dat personen waarmee de verdachte heeft gesproken een status hebben die erop duidt dat zij mogelijk met criminele activiteiten hun geld verdienen leidt ertoe dat er een gerechtvaardigd vermoeden van een illegale herkomst van het geldbedrag. Daarnaast moest volgens de rechtbank de verdachte vermoeden dat het geldbedrag een illegale herkomst had. De verdachte was namelijk op de hoogte van het feit dat Encrochat door criminelen wordt gebruikt. Hij heeft dit verklaard bij de politie en ook toegegeven dat hij zelf van Encrochat gebruik maakt bij zijn criminele activiteiten. Gewoontewitwassen wordt door de rechtbank bewezen geacht.
In februari is een vergelijkbare zaak uit 2019 gepubliceerd. In deze zaak is sprake van een verdenking wegens drugshandel. Op basis van deze verdenking wordt de loods van verdachte doorzocht. Echter, tijdens deze doorzoeking worden geen drugs maar PGP-telefoons aangetroffen. De verdachte heeft dergelijke PGP-telefoons voor veel contant geld verkocht aan vermoedelijke criminelen. De loods is geobserveerd, daaruit is gebleken dat de inzittenden van voertuigen die zich naar de loods begaven, op grond van hun antecedenten een connectie hebben met verdovende middelen. De verdachte hield een anonieme boekhouding van de handel bij. Op basis van deze omstandigheden is er een gerechtvaardigd vermoeden van witwassen. De verdachte heeft als verklaring gegeven dat ook niet-criminelen belangstelling hebben voor PGP-telefoons. De rechtbank oordeelt dat de verdachte geen concrete, verifieerbare gegevens van zijn klanten heeft verschaft en daarmee geen verklaring over de legale herkomst van de geldbedragen heeft gegeven. Ook is de rechtbank van oordeel dat de verdachte op zijn minst genomen willens en wetens de aanmerkelijke kans heeft aanvaard dat een groot deel van de contante geldbedragen een criminele herkomst had. De verdachte heeft namelijk verklaard dat hij wist dat PGP-telefoons door criminelen worden aangeschaft en de ervaringsregel is dat criminele kopers betalingen verrichten met geld dat afkomstig is uit enig misdrijf. Witwassen wordt dan ook door de rechtbank bewezen geacht.